Het potentiaal voor zonne-energie in een bepaalde bebouwde omgeving (groen weinig, oranje/rood veel opbrengst) (afb: IÖR)

Niet alleen daken zijn goede plekken voor zonnepanelen, maar ook gevels zijn daar geschikt voor. Daardoor zou het mogelijke paneeloppervlak meer dan verdubbelen, stellen onderzoekers in Duitsland.
Honderden soms duizenden zonnepanelen in weiland, je ziet dat regelmatig. Mij lijkt dat  kostbare verspilling van kostbare ruimte zo lang nog niet elk dak is voorzien van zonnepanelen. Nu zouden ook de gevels gebruikt kunnen worden. Zonne-energie is een belangrijke pijler waarop een gezond klimaatbeleid steunt, maar dat moet natuurlijk niet leiden tot nieuwe klungeligheden zoals die panelen in een wei.

Een onderzoeksgroep rond Martin Benisch van het Leibnitz-instituut voor ecologische ruimteontwikkeling in Dresden heeft eens gekeken naar de bruikbaarheid van gevels als plaats voor zonnepanelen. Duitsland wil, net als de rest van de EU in 2050 ‘klimaatneutraal’ zijn (d.w.z. per saldo geen broeikasgassen meer produceren). “Om dat te bereiken in Duitsland voldoet het niet om het geschikte dakoppervlak met zonnepanelen te bedekken”, zegt Behnisch.
Vandaar dat hij en zijn collega’s met behulp van een 3d-gebouwenmodel van de Duitse dienst voor cartografie en geodesie (BKG) een schatting hebben proberen te maken van de mogelijkheden ook gevels te benutten. Heel precies is dat model niet. Zo is geen rekening gehouden met monumenten en ook niet met ramen, deuren en balkons. Dat hebben de onderzoekers proberen op te lossen door steekproefsgewijs de werkelijkheid in ogenschouw te nemen. Uiteindelijk kwamen ze tot een mogelijk geschikt totaal oppervlak in Duitsland.

Meer dan op daken

Volgens de onderzoekers is dat potentiaal voor zonnepanelen op gevels duidelijk groter dan voor daken. Ze berekenden voor Duitsland een geschikt geveloppervlak van 12 000 km² tegen 6000 km² op daken. Dat betekent overigens niet dat daarmee ook de energie-opbrengst dubbel zo hoog zal zijn. Behnisch geeft ook aan dat de berekeningen nog vrij theoretisch zijn.

De onderzoekers hebben ook gekeken hoe groot de energiebijdrage van zonnepanelen zou kunnen worden. Om daar een gooi naar te kunnen doen hebben ze een rekenmodel gemaakt met verschillende dakvormen en de situatie ter plaatse (hoe staan de gebouwen? hoe ver van elkaar? bomen of andere objecten? enz.). Dat geeft natuurlijk een grote mate van onzekerheid (denk ik ;as).
Het grootste potentiaal wordt gevormd door plaatsen waar veel mensen op een relatief klein oppervlak leven, stedelijke agglomeraties, dus. De mogelijkheden hangen ook van het soort gebouwen af. Grote gebouwen zoals fabriekshallen maar ook grote wooncomplexen lenen zich prima voor zonnepanelen.
Het moet, stelt Behnisch, allemaal nog een beetje beter bekeken worden. “Dit geeft echter wel een indruk van de mogelijkheden geïntegreerde fotovoltaïek in gebouwen.” Hij blijkt ook geen voorstander van zonnepanelen in weilanden.

Bron: bdw