
Nicholas Burd (Afb: univ. Illinois)
Vega-eters zijn watjes. Dat zou kunnen, maar dat ligt dan niet aan het voedsel dat ze eten. Volgens een nieuw onderzoek zou het onze spieren niets uitmaken waar de eiwitten die wij tot ons nemen vandaan komen, van dieren of van planten.
De onderzoekers stelden zich vooraf drie vragen:
1. Maakt de eiwitbron uit voor de spierontwikkeling?
2. Maakt het uit of de opname verspreid is over de dag?
3. Beïnvloedt een gemiddelde maar voldoende ‘dosis’ eiwitten een van de variabelen?
De antwoorden waren drie keer nee.
“Het is al lang een dogma geweest dat dierlijke eiwitten beter zijn voor de spieropbouw (dan plantaardige; as)”, zegt Nicholas Burd van de universiteit van Illinois. Dat idee was ingegeven door eerder onderzoek, waar uit weefselonderzoek zou zijn gebleken dat na een eiwitrijk maal de spieren beter op een dierlijk eiwitmaal reageerden dan op een plantaardig. Dus: dierlijke eiwitten zouden beter zijn dan plantaardige.
Volgens Burd was dat echter niet de manier om dat aan te tonen. Je zou de effecten van uitgebalanceerde diëten moeten bekijken. In een eerder klinisch onderzoek werd gekeken naar de spierreacties bij veganisten en omnivoren die tien weken lang een laboratoriumdieet volgden en aan krachttraining deden.
Uit dat onderzoek bleek dat er geen significante verschillen waren in de spierproteïnesynthese over de tijd. Vrijwilligers in dat onderzoek consumeerden echter 1,6 tot 1,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag, wat veel meer is dan wat nodig is om de spiereiwitsynthese te maximaliseren en grotere spieren op te bouwen met gewichtheffen, aldus Burd.
Mensen die een vegadieet volgden, kregen het grootste deel van hun plantaardige eiwitten binnen via supplementen, wat ook geen realistische weergave is van hoe veganisten normaal gesproken eten, zegt hij.
Burd en zijn collega’s wilden weten of de gebruikelijke consumptie van een gevarieerd vega- of vleesgebaseerd dieet van volwaardige voeding – in plaats van het eten van slechts één maaltijd of het halen van eiwitten uit beperkte bronnen – invloed zou hebben op de snelheid van de spiereiwitsynthese op de lange termijn. Ook wilden ze de hypothese testen dat een matige inname van eiwitten, tussen 1,1 en 1,2 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag, gelijkmatig over de dag verdeeld moet worden om de spiergroei te maximaliseren.
Uit een eerder onderzoek van Burds lab was al gebleken dat een eiwitinname van meer dan 1,1 g/kg per dag geen effect heeft op de snelheid van de spiereiwitsynthese bij krachttraining. Deze hoeveelheid eiwitten komt volgens hem ook meer overeen met een typisch Amerikaans dieet (is dat een goede maatstaf?; as). Het is dan ook belangrijk om te testen wat mensen normaal gesproken eten, zegt hij.
‘Gewenningsdieet’
De nieuwe studie werd gehouden onder 40 gezonde, fysiek actieve volwassenen van 20 to 40 jaar. De deelnemers kregen een zeven dagen durend ‘gewenningsdieet’ om hun voedingsstatus te standaardiseren voorafgaand aan de klinische proef. Vervolgens werden ze willekeurig toegewezen aan een vega- of een omnivoor dieet. Het onderzoeksteam verzorgde alle maaltijden.
Een deel daarvan werd in het laboratorium genuttigd, het grootste deel thuis. Ongeveer 70% van de eiwitten voor de omnivore maaltijden werd verkregen uit dierlijke bronnen: rundvlees, varkensvlees, kip, zuivelproducten en eieren. Het veganistische dieet zorgde voor een uitgebalanceerd aminozuurgehalte in de maaltijden, waardoor de deelnemers complete eiwitten binnenkregen.
De vega- en omnivore groepen werden vervolgens weer verdeeld in deelnemers die bij elk van de drie maaltijden ongeveer dezelfde hoeveelheid eiwitten aten en proefpersonen waarvan de eiwitinname varieerde over vijf maaltijden gedurende de dag, waarbij een groter deel van de eiwitten tegen het einde van de dag werd gegeten.
Alle deelnemers namen elke drie dagen deel aan een reeks spierversterkende activiteiten in het lab en hun activiteiten werden met versnellingsmeters opgenomen als ze niet in het lab waren.
De deelnemers dronken elke dag ‘zwaar’ water, waarbij de waterstofatomen de zware deuteriumatomen waren. Dat was een manier om aminozuuropname (in de eiwitten) in de spieren te kunnen bepalen in stukjes spierweefsel voor en na de proef.
Verrast
Burd was aanvankelijk verrast toen hij zag dat er geen verschil was in de snelheid van spiereiwitsynthese tussen de deelnemers die een vega- of omnivoor dieet volgden. Hij was ook verrast om te zien dat de verdeling van eiwitten over de dag geen effect had op de snelheid van spieropbouw, gezien de resultaten van eerdere onderzoeken naar acute reacties op dieetmaatregelen en krachttraining.
Burd: “Men dacht dat het beter was om de hele dag door een constante aanvoer van voedingsstoffen te krijgen. Ik dacht ook dat als je een eiwit van lagere kwaliteit krijgt – qua verteerbaarheid en aminozuurgehalte – de distributie misschien wel een verschil zou maken. Verrassend genoeg hebben we aangetoond dat het niet uitmaakt.”
Nu zegt de onderzoeker als iemand hem vraagt wat het beste voedsel is om spieren op te bouwen, zal hij zeggen: “Het is het soort voedsel dat je na het sporten in je mond stopt. Zolang je voldoende hoogwaardige eiwitten uit je voeding haalt, maakt het eigenlijk geen verschil.”
Bron: Science Daily