Schoenmakers (of eigenlijk schoenherstellers) kun je nog wel vinden en reparateurs van wasmachines zijn er ook nog wel, maar het wordt moeilijker als je elektronische apparatuur wil laten herstellen. Het Europese Parlement heeft nu voorstellen gedaan om reparatie aantrekkelijker te maken. Een groot deel van hun kiezers (77%) in de unie zou daar een voorstander van zijn.Jaarlijks produceren de EU-er zo’n 35 miljoen ton afval. Europarlementariërs willen dat de mogelijkheden kapotte zaken te repareren aantrekkelijker worden dan weggooien en nieuw aanschaffen. 590 EP-ers stemden voor, 15 stemmen tegen bij 15 onthoudingen. Daarmee zou het ‘recht op reparatie’ van de EU-burger moeten worden versterkt. EP-rapporteur René Repasi (S&D, De) hoopt dat er snel koppen met spijkers geslagen zullen worden: “We verwachten dat de Raad (van ministers; as) zijn standpunt spoedig zal aannemen, zodat we kunnen beginnen met onderhandelingen om van deze maatregelen een wet te maken en zo de weg vrij te maken voor een echte Europese kringloopeconomie.”
Binnen de wettelijke garantieperiode moeten verkopers voorrang geven aan herstel als dat goedkoper of even duur is als de vervanging van een product (tenzij reparatie niet haalbaar of onhandig is voor de consument, komt daar achteraan). De EP-ers stellen ook voor de wettelijke garantie met één jaar te verlengen zodra een product is gerepareerd.
Als de garantie verlopen is zouden consumenten nog steeds het recht hebben om te vragen de producten zoals wasmachines, stofzuigers, telefoons en fietsen te repareren, maar ik (=as) begrijp niet wat daarmee bedoeld wordt (want vragen aan wie of wat?). Reparatie moet de aantrekkelijkere keuze worden voor de consument, vinden de EP-ers. Daarom willen de EP-leden dat producenten voor de duur van de reparatie vervangende apparaten in bruikleen aanbieden. Als het niet mogelijk is om een product te repareren, kan in plaats daarvan een opgeknapt product worden aangeboden in plaats van een nieuw.
Duur
Het grote probleem is natuurlijk dat repareren vaak duur is en/of reparateurs nauwelijks nog te vinden zijn. ‘Die kan je beter weggooien’, krijg je dan vaak te horen. Veel, vooral elektronische apparaten, worden ook zo gemaakt dat ze steeds moeilijker te repareren zijn. Apple is berucht om het onrepareerbaar maken van zijn producten en/of vanwege de torenhoge prijzen voor vervangende onderdelen, maar Apple is zeker niet de enige fabrikant die zich daar schuldig aan maakt.
Het is natuurlijk mooi dat het EP zich druk maakt om het ‘recht van reparatie’, maar beter zou het natuurlijk zijn producenten te verplichten apparatuur repareerbaar te maken. Voorheen kon je, bijvoorbeeld, de harde schijf, processor en RAM-geheugens van de klapdozen van Apple vervangen, tegenwoordig is dat nagenoeg onmogelijk voor simpele leken (als ik=as ben).
Bron: le Monde