Stadstuinbouw zou zes keer slechter zijn voor klimaat dan ‘ouderwetse’ land- en tuinbouw

Stadstuinbouw in New York

Stadstuinbouw in New York (afb: univ. van Michigan/Nevin Cohen)

Groenten en fruit telen in de stad zou gemiddeld een zes keer grotere koolstofvoetafdruk hebben dan de conventionele landbouw, stellen onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Michigan. Ze kwamen tot die conclusie na bestudering van 73 stadstuinbouwprojecten in de VS en Europa.
Sommige in de stad gekweekt producten waren minstens zo goed of soms zelfs beter dan die van de conventionele landbouw. Stadstomaten hadden een lagere koolstofvoetafdruk dan de conventionele in de kas gekweekte tomaten en het nadelige emissiesaldo voor sommige stadsproducten als asperges verdween als de conventioneel gekweekte asperges per vliegtuig werden aangevoerd. Dus het is niet allemaal kommer en kwel voor de stadslandbouw.
“De uitzonderingen laten zien dat stadslandbouw de klimaatgevolgen van het kweken van gewassen kan beperken als die groenten en vruchten in kassen worden gekweekt of van ver met een vliegtuig worden aangevoerd”, zegt Jason Hawes.
Volgens hem biedt stadstuinbouw sociale, voedingskundige en plaatsafhankelijke voordelen waardoor die waarde hebben voor een duurzame toekomst van steden. “Dit onderzoek toont manieren om ervoor te zorgen dat stadstuinbouw goed kan zijn voor het klimaat maar ook voor de mensen en de regio.”
Stadstuinbouw schijnt steeds populairder te worden en zou steden en de voedselproductie ‘groener’ maken. Zo’n 20% tot 30% van de stadsbevolking in de wereld zou zich er mee bezighouden. Tot nog toe was echter niet bekend hoe het met de koolstofvoetafdruk van die ‘nieuwe’ vorm van voedselproductie was gesteld.
Het meeste onderzoek op dit gebied is gedaan aan geavanceerde, energievretende systemen zoals de verticale landbouw en dakkassen, terwijl de gemiddelde stadstuinbouwer veel meer houtje-touwtje is en pioniert in volkstuintjes en stukjes braakliggende stadsgrond.

73 stadstuinbouwprojecten

De onderzoekers bekeken 73 stadstuinbouwprojecten in vijf landen waaronder professionele stadsboerderijen, maar ook volkstuintjes en buurtprojecten. Voor elk project berekenden de onderzoekers de broeikasgasuitstoot over de levensduur van het project. Die uitstoot werd dan gerelateerd aan de opbrengst en vergeleken met de resultaten in de conventionele land- en tuinbouw.

Gemiddeld produceerden de stadsproducten 0,42 kg CO2 per portie voedsel. Dat is zes keer meer dan de conventioneel gekweekte producten (0,07 kg). “De meeste klimaatgevolgen voor de stadstuinbouw zijn afkomstig van de gebruikte materialen voor de productie en infrastructuur”, zegt medeonderzoeker Benjamin Goldstein. “Deze stadsboerderijen bestaan maar een paar jaar, hooguit tien. Dus worden de broeikasgassen die voor het produceren van die materialen ontstaan niet efficiënt gebruikt. De conventionele land- en tuinbouw daarentegen is erg efficiënt en moelijk om te beconcurreren.” Volgens hem zou het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest een grotere opbrengst geven en daarmee een lagere koolstofvoetafdruk dan de stadslandbouw.
De onderzoekers geven de stadstuinbouwers ook adviezen om hun manier van voedsel kweken minder klimaatbelastend te maken:
– Verleng de levensduur van de infrastructuur
– Gebruik stadsafval als mest maar ook voor materialen zoals sloopafval, naast ook regen- of ‘grijs’ (gebruikt) water
– Zorg voor veel maatschappelijke voordelen zoals een betere geestelijke gezondheid en gezonder eten, maar ook een betere onderlinge verstandhouding

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.