Vingerafdrukken worden gebruikt om iemand te identificeren (vooropgesteld dat diens afdruk bekend is). Nu schijnt het ook mogelijk te zijn te bepalen wanneer die afdruk is achtergelaten. Dat is een aardig extra gegeven voor opsporingsambtenaren, alleen is die methode nog niet erg praktisch.
Het idee is afkomstig uit de VS. Scheikundigen van het nationale normeringsinstituut presenteerden zeven jaar geleden een manier om om afdrukken te dateren. Zo’n vingerafdruk bestaat voornamelijk uit verbindingen die in zweet voorkomen, voornamelijk vetzuren. Zo’n afdruk is ook werkelijk geaccidenteerd want een spiegelafdruk van de vinger. Met de tijd duikelen die moleculen in de dalen en daarmee is het tijdsverloop te schatten.
De methode is ongevoelig voor de samenstelling van de vingerafdruk en voor het materiaal waarop de afdruk is terechtgekomen. Met behulp van een massaspectrometer en met de verplaatsingssnelheden van de verschillende verbindingen, zwaardere deeltjes kukelen sneller dan lichtere, zou berekend kunnen worden wanneer de afdruk is gemaakt.
In hun proeven gingen de onderzoekers niet verder dan vier dagen, maar ze stelden dat met die methode onderscheid is te maken tussen een dag en een week, een week en een maand, en een maand en langer. Inmiddels heeft nieuw onderzoek geleid tot een nauwkeuriger datering. Daarbij wordt ook het effect van ozon op de verbindingen meegenomen. In die reacties ontstaat een mengsel van verbindingen die een aanwijzing zijn voor de ouderdom van de afdruk. Ook daarbij is een massaspectrometer nodig.
Vooralsnog heeft de politie niets aan deze methode, aangezien daarvoor zo’n massaspectrometer nodig is en die neem je niet even mee naar een plaats delict (Tatort). Het wachten is op een praktischer manier om vingerafdrukken te dateren.
Bron: De Standaard