De hedendaagse landbouwpraktijken zijn slecht voor milieu en klimaat, maar die praktijken volledig vervangen door organische landbouw schijnt ook niet goed uit te pakken. Dat heeft vooral te maken met het grotere landoppervlak dat nodig is voor het organische boeren om tot eenzelfde voedselproductie te komen, stellen onderzoekers van, onder meer de universiteit van Reading (VK). Ze bekeken de gevolgen van een algehele overschakeling van de landbouw in Engeland en Wales op organische bedrijfsvoering in de landbouw.
In het Verenigd Koninkrijk zouden de landbouwactiviteiten (inclusief veeteelt) verantwoordelijk zijn voor 9% van de broeikasgasuitstoot. Wereldwijd wordt dat aandeel op 25% geschat. Dat heeft te maken met het gebruik van kunstmest, met de methaan’productie’ van vee en verandering van de bodem. De onderzoekers bekeken wat de gevolgen zouden zijn als alle voedselproductie in Engeland en Wales geheel afkomstig zou zijn van organisch boeren. Daardoor zou de broeikasgasuitsoot voor gewassen met 20% dalen en voor de veeteelt met 4%.
Tegelijk zou ook de voedselproductie dalen met maar liefst 40%, zo berekenden de onderzoekers. Dat zou komen doordat organische landbouw minder voedsel oplevert per hectare dan de huidige landbouwpraktijk. Onderdeel van organisch boeren is ook dat landbouwgrond ‘bemest’ moet worden door stikstof vastleggende gewassen, waardoor er minder overblijft voor de voedselproductie.
De onderzoekers denken dat de opbrengst van tarwe en gerst aanzienlijk zal teruglopen. Wat het slachtvee betreft verwachten de onderzoekers ook een daling door verminderde vleesopbrengst per dier als gevolg van het organisch boeren.
Invoer
Die daling van de voedselproductie in Engeland en Wales zou moeten worden gecompenseerd door de invoer uit het buitenland. Een deel daarvan zal moeten komen van nieuw akkerland in die exportlanden, veronderstellen de onderzoekers. Per saldo zou dat betekenen, mede door de slechtere opbrengsten per hectare aldaar, dat er vijf keer het oppervlak nodig is dat in Engeland en Wales nu voor de voedselproductie wordt gebruikt.
Als er in dat buitenland graslanden worden omgevormd tot akkerland dan zal de bodem daar minder koolstof kunnen bevatten. In het gunstigste scenario, waarbij het minst extra akkerland nodig is, zal de broeikasgasuitstoot vergelijkbaar zijn met de huidige situatie, stellen de onderzoekers. In andere scenario’s, als er meer grasland tot akkerland wordt, dan zou de totale broeikasgasuitstoot van de voedselproductie voor het VK wel eens met eenvijfde kunnen stijgen (dus inclusief de uitstoot voor het geïmporteerde voedsel).
“We schatten dat als organisch boeren volledig wordt gepraktizeerd zonder dat het dieet verandert we ongeveer zesmiljoen hectare meer land nodig hebben”, zegt onderzoeker Philip Jones van de universiteit ven Reading. “Veel van wat we nodig hebben moet uit Europa komen. Dat heeft invloed op het milieu, leidt tot extra transportkilometers en broeikasgassen voor ons voedselsysteem.”
De onderzoekers erkennen dat organisch boeren leidt tot aanzienlijke (milieu)voordelen zoals schonere lucht en water en meer biodiversiteit. Critici beklemtonen dat de onderzoekers ervan uit gaan dat het dieet ongewijzigd blijft. Rob Percival van de Soil Association is zo’n criticus. Hij vindt dat door die zijns inziens foute aannames het onderzoek niet deugt. “De aanname dat het eetpatroon niet verandert is onhoudbaar gezien de wereldwijde voedselgezondheidscrisis. We besteden de meeste landbouwgrond aan de overproductie van foute dingen zoals veevoer of gewassen voor biobrandstoffen”, zegt hij.
Daar brengen de onderzoekers tegen in dat dat niet het doel van het onderzoek was. “Of onze nationale voedselpatroon haalbaar is met organische methodes op hetzelfde oppervlak is een ander onderzoek”, zegt medeonderzoeker Adrian Williams van de universiteit van Cranfield. “Dit onderzoek was gebaseerd op een strak model om de biofysische grenzen te bepalen van voedselproductie zonder kunstmest.”
Bron: BBC