Statines worden gezien als effectief geneesmiddel tegen te hoge cholesterolwaarden, waardoor ze een grote bijdrage zouden hebben geleverd aan het voorkomen van hart- en vaatziektes. Volgens onderzoekers van de universiteit van Zuid-Florida is die reputatie niet terecht. Er zou handig gebruik (misbruik) gemaakt zijn van statistische trucs.

Volgens onderzoekers David Diamond en Uffe Ravnskov zijn statines niet het wondermiddel waarvoor ze gehouden worden. Ze leiden weliswaar tot een aanzienlijke vermindering van de cholesterolwaarden, maar er zou niet zijn aangetoond dat ze een wezenlijke bijdrage leveren aan de gezondheid. Volgens de onderzoekers wordt in veel positieve onderzoeken niet alleen voorbijgegaan aan de ernstige bijwerkingen  van de middelen, maar zijn de uitkomsten over de werkzaamheid ook statistisch ‘opgepoetst’.
Ze baseren hun nogal rigoureuze uitspraken op een analyse van klinische proeven met statines. Volgens hen worden de bescheiden positieve effecten van de middelen verre overtroffen door de negatieve bijwerkingen. De onderzoekers laten ook zien hoe in die klinische proeven wordt gegoocheld met de onderzoeksresultaten om een voor statines veel te rooskleurig beeld wordt geschapen. “Op basis van de zogeheten Jupiter-proef , werd gemeld dat het aantal hartaanvallen met 54% zou zijn gedaald, terwijl het werkelijke effect 1 procentpunt was”, zeggen  Ravnskov en Diamond. “In de ASCOT-LLA-studie, die vanwege de geweldige resultaten eerder beëindigd werd, bedroeg het aantal hartaanvallen en doden in de controlegroep 3% tegenover 1,9% in de Lipitor-groep. De verbetering was maar 1,1 procentpunt, maar werd gepresenteerd als een vermindering van 36% in het risico voor hartaanvallen.”
Dat soort claims over de effectiviteit en het achterhouden van de informatie over bijwerkingen zijn er de oorzaken van geweest dat statines binnengehaald werden als hét middel om de cholesterolspiegel te verlagen. “De bijwerkingen zijn normaler dan wat in de media en op medische congressen wordt verteld.” De onderzoekers praten dan over toegenomen kans op kanker, suikerziekte, psychische problemen, en spierziektes e.d., tegenover een bescheiden positieve uitwerking op de hart- en vaatconditie. Volgens de onderzoekers worden lage cholesterolspiegels vaak geassocieerd met een vergrote kans op kanker. De klinische studies duren meestal niet langer dan vijf jaar, te kort om het ontstaan van kanker te constateren.
Al vaker is de farmaceutische industrie ‘vals spel’ bij geneesmiddelenonderzoek voor de voeten geworpen. Dat is ook niet zo verwonderlijk omdat dat de bedrijven handenvol geld kost en als een beoogd geneesmiddel weinig effectief blijkt, is dat geld weggegooid. Farmabedrijven zouden niet alleen de positieve uitkomsten van het onderzoek moeten tonen, maar ook de negatieve. “Klinische studies zouden moeten worden uitgevoerd worden door onderzoekers die geen verband hebben met de farmaceutische industrie”, stellen de onderzoekers. Dat is natuurlijk al veel vaker geroepen, maar een belangrijk deel van het geld voor farmaceutisch onderzoek in de wereld komt juist van die farmaceutische industrie, dus bijna elke onderzoeker in dit vakgebied heeft wel boter op zijn/haar hoofd. De twee onderzoekers vinden dat er meer nadruk zou moeten worden gelegd leef -en eetgewoontes van de mensen met een hoge cholesterolspiegel. Stoppen met roken, afslanken en vermindering van spanning, bijvoorbeeld, kunnen daarbij helpen.

Bron: Eurekalert