Bij de universiteit van Wageningen onderzoeken ze de mogelijkheden van lignine als grondstof voor de chemische industrie (afb: WUR)

Lignine is het bestanddeel van hout, dat dat biomateriaal een wat lastige kandidaat maakt als grondstof voor ‘groene’ brandstof. Het schijnt echter prima te combineren met synthetisch rubber. Het resulterende composiet is een slagvaste thermoplast, die, bijvoorbeeld, uitstekend geschikt zou zijn voor autobumpers als vervanger van ABS, zo stelt het Oak Ridge-lab, dat maar meteen een octrooi op de vinding heeft aangevraagd.
Nu worden die bumpers meestal gemaakt van ABS  (een polymeer opgebouwd uit acrylonitril, butadiëen en styreen). ABS is een thermoplast, een kunststof die bij verwaming smelt (en niet verkoolt zoals thermoharders). Acrylonitril met butadiëen leveren na polymerisering nitrilrubber op. Als je daar nu lignine aan toevoegt krijg je de bovengeschetste, waardevolle composiet.
De houtstof, zelf ook een (natuurlijke) polymeer, wordt wel beschouwd als waardeloos materiaal, omdat het zich moeilijk laat afbreken. Je zou het materiaal een thermoharder kunnen noemen. De onderzoekers braken het lignine niet af, maar maalden het fijn en mengden dat door het nitrilrubber. Lignine is dus meer een ‘vulstof’ dan een deelnemer aan de polymere gemeenschap (zoals bij ABS).

De eigenschappen van ABL bleken beter dan de onderzoekers hadden durven hopen, op sommige punten zelfs beter dan van ABS. Het samenvoegen van de bestanddelen lignine en nitrilrubber ging het best door die te kneden bij een temperatuur tussen de 140 en 160°C. Hardhout levert de stabielste houtstof op, maar sommige zachtere houtsoorten lijken ook geschikt te zijn.

Bron: c2w