Klimaatwetenschappers proberen te bedenken waarom nieuwe klimaatmodellen een nog warmere toekomst voorspellen als het kooldioxidegehalte in de atmosfeer stijgt. Volgens nieuw onderzoek zou dat wel eens aan de betere representatie van wolken en andere aerosolen in die nieuwe modellen kunnen liggen.
Voorafgaand aan nieuwe rapporten van het VN-klimaatforum het volgend jaar hebben onderzoekers ontdekt dat de nieuwe klimaatmodellen een veel breder ’temperatuurvenster’ hebben dan de vorige generatie: van 1,5 tot 4,5°C naar 1,8 tot 5,6°C hogere temperaturen. Dat zijn schattingen van temperatuurstijgingen als een klimaatgevoeligheidsevenwicht optreedt. Dat is een theoretisch punt waarbij het klimaat een nieuw evenwicht bereikt bij de dubbele kooldioxideconcentratie in de atmosfeer.
“Er is niet een enkele oorzaak”, zegt Catherine Senior van het Britse weerkundige instituut, “maar veel modellen introduceerden nieuwe, betere modellen van wolken en aerosolen. Dat lijkt de voornaamste oorzaak te zijn van de hogere gevoeligheid.”
Dat betekent dat de klimaatgevoeligheid voor de CO2-concentratie groter is dan tot nu toe werd aangenomen. De onderzoekers onder aanvoering van Gerald Meehl van het Amerikaanse centrum voor atmosferisch onderzoek hebben 37 nieuwe modellen geanalyseerd. Hogere klimaatgevoeligheid voor kooldioxide is belangrijk, aangezien dat bepaalt hoeveel kooldioxide we nog ‘mogen’ verspreiden voor er iets hartstikke mis gaat.
IJs
Oudere modellen veronderstelden dat water in de atmosfeer zich bevond in supergekoelde wolken in de vorm van ijs. Die zouden een afkoelend effect hebben. Nu wordt wolken behandeld als vloeibaar water, waardoor dat afkoelende effect nihil of slechts gering zal zijn. Volgens onderzoekers in het veld is dat een stuk realistischer. Blijft nog steeds de vraag hoe goed die modellen zijn in het schatten van de klimaatgevoeligheid.
Het is veel klimaatwetenschappers zwaar geweest te moeten constateren dat de meeste nieuwe modellen een grotere klimaatgevoeligheid aangeven. Sommige komen lager uit, waardoor de spreiding groter is geworden. In die modellen zit onzekerheid en daar moeten beleidsmakers zich bewust van zijn. Dat kan betekenen dat het minder erg is als voorspeld of erger en dan geldt het voorzorgsprincipe. Kennelijk heeft geen politicus dat door.
Bron: