De kledingbranche is een van de vervuilendste sectoren in de wereld. Die branche is wereldwijd verantwoordelijk voor 20% van het afvalwater en voor 10% van de kooldioxideuitstoot. Dat aandeel heeft alleen maar de neiging om te groeien. In het Verenigd Koninkrijk komt per jaar 300 000 ton kleren bij het afval terecht. Dat heeft veel te maken met mode want mode is zo veranderlijk als het weer.
Mode is de pest voor het milieu en het klimaat, maar je schijnt dan ook nog iets te hebben als snelle mode, een ondernemingsmodel dat in de jaren nul (van deze eeuw, ja) zou zijn opgekomen. Dergelijke kleren worden niet weggegooid omdat ze kapot zijn en niet meer te repareren, maar omdat ze niet meer aan het modebeeld voldoen. Dat houdt de vraag op (veel te) hoog niveau. De kledingfabrikanten houden daar dan al rekening mee: ze produceren voor een snelle tocht naar de afvalberg.
Vooral de Britten schijnen in dit opzicht erg te zijn. Die schaffen per jaar 26,7 kg aan kleren aan tegen 16,7 kg in Duitsland, 16 kg in Denemarken, 14,5 kg in Italië, 14 kg in Nederland en 12,6 kg in Zweden.
Het lijkt er op dat de branche het inmiddels ook door heeft, maar ja ga maar eens snijden in zo’n succesvol ondernemingsmodel. Het Zweedse H&M heeft inmiddels het gebruik van Braziliaans leer in de ban gedaan. De dieren die dat product ‘leverden’ zouden hebben gegraasd op aan het Amazonegebied onttrokken weiden. Andere bedrijven, zoals Adidas, willen afval verwerken in hun producten, maar dat zijn de kleine beetjes die niet helpen. Zeker niet als we naar de tijd kijken die ons is overgebleven om een desastreuze klimaatverandering te voorkomen.
Minder is beter
Natuurlijk treft de consument ook blaam, want die trapt in de verkooptrucs van de kledingbranche. Een simpel advies is eens wat kritischer te zijn op je aankoop- en weggooigedrag. De klant is koning, echt, maar dan moet die zich ook als zodanig gedragen. Minder is (ook hier) echt beter. Bedrijven volgen dan vanzelf wel, noodgedwongen.
Bron: phys.org