Zijn onderzoekers bang voor formules?

Bang voor formules?

Zijn onderzoekers bang voor formules?

In 2012 maakten Tim Fawcett en Andrew Higginson van de universiteit van Exeter (GB) aannemelijk dat artikelen in de ecologie en evolutionaire biologie minder worden aangehaald als ze meer formules bevatten In 2012. In 2015 publiceerde natuurkundige Jonathan Kollmer van de Friedrich-Alexander-universiteit in Erlangen (D) een artikel in Physical Review Letters, waarbij hij, op basis van de citaties van duizend artikelen, geen verband had gevonden. Ook trokken Kollmer en zijn medeauteurs de resultaten van het Exetertweetal in twijfel. Die slaan nu hard terug. Kollmer en medeauteurs hadden geen statistische analyse toegepast. Als je dat wel doet, dan gelden de resultaten voor de biologie ook voor de natuurkunde, stellen ze. Het zou wel eens een probleem van de hele wetenschap kunnen zijn, veronderstellen de twee.

Wiskunde is een belangrijk hulpmiddel in de wetenschap. Volgens beide evolutionair biologen ontbreekt het in veel experimentele biologische artikelen aan een degelijke theoretische onderbouwing. Biologen lijken bang te zijn voor formules. Ze bestudeerden in 2012 649 artikelen in drie belangrijke tijdschriften voor evolutionair biologen en ecologen. Het opmerkelijke resultaat was dat voor elke extra vergelijking per pagina gemiddeld 28% minder aanhalingen vielen te noteren.

Ik durf de stelling wel aan dat hoe verder een wetenschap van exact (=wiskunde) af staat hoe groter de angst voor formules (met inbegrip van statistiek). Je kunt dan natuurlijk gaan discussiëren hoe je die afstand berekent, maar daar valt een mouw aan te passen. Natuur- en scheikunde bevinden zich het dichtst ‘in de buurt’ van wiskunde/formules, biologie al een stuk minder en zo ver tot we bij de menswetenschappen komen. Ik geef toe: dit is een particulier (mijn) denkbeeld.
Kollmer c.s. vonden geen verband in de natuurkunde, maar Fawcett en Higginson berekenden dat met elke extra vergelijking per bladzijde de citatiefrekwentie met 6 tot 8% daalde. Dat is een onderbouwing van mijn (toegegeven boute) stelling hierboven. Higginson: “Idealiter zou de invloed van een wetenschappelijk artikel moeten worden bepaald door zijn wetenschappelijke waarde en niet door zijn presentatie. Helaas lijken belangrijke artikelen onopgemerkt te blijven als ze niet toegankelijk worden gemaakt. Dat is een grote belemmering voor elk soort wetenschappelijke vooruitgang.” Technische artikelen doorgronden kost tijd, zegt Fawcett, zelfs voor onderscheiden natuurkundehoogleraren. “Dan kan het wel eens gebeuren dat onderzoekers die artikelen overslaan.”

Remedie

Het tweetal constateert niet alleen, maar draagt ook een remedie aan. Ze denken dat uitleg bij de wiskunde/formules zou helpen alsook het schrappen van niet-essentiële vergelijkingen of althans verplaatsen naar bijlages. Fawcett: “Natuurkundigen moeten beter nadenken hoe ze de wiskundige details van hun werk presenteren.” Het gaat er natuurlijk vooral om dat de, in principe, deskundige lezer het ook snapt.
Kollmer gelooft er niks van. “Het heeft geen zin het op deze manier aan te pakken als je geen inzicht hebt in oorzakelijke verbanden.” Volgens hem zouden er verschillende verklaringen voor het opgemerkte verband kunnen zijn. De vraag of er een verband is zou niet te beantwoorden zijn door puur statistisch onderzoek, vindt hij.

Fawcett en Hiiginson ga nu kijken hoe de relatie is tussen citatiedichtheid en wiskundig gehalte in andere vakgebieden. Ook proberen ze te achterhalen waar die angst voor wiskunde vandaan komt en of er een invloed van de financiers op het gedrag van onderzoekers (uiteraard, kan ik je verzekeren, zonder daar ooit degelijk onderzoek naar te hebben gedaan).

Bron: physicswordl.com

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.