Nederland is nummer een geworden in de jaarlijks vastgestelde gezondheidscon-sumentenindex voor Europa. Nederland behaalde 916 punten van de maximaal 1000 te halen punten. Tweede was Zwitserland met 894 punten en derde Noorwegen met 855. De beoordelende organisatie, Health Consumer Powerhouse (HCP), stelt niet dat Nederland dan niet meteen het beste gezondheidssysteem heeft, omdat onder meer de patiëntvriendelijkheid nauwelijks gemeten wordt. Nederland heeft sedert de bepaling van de index begon in 2005 altijd in de top drie gefigureerd. HCP stelt in het rapport dat ondanks de bezuinigingen in de gezondheidszorg in Europa de indexcijfers sedert 2005 alleen maar omhoog zijn gegaan. Zo stond Frankrijk in 2006 nummer een met 768 punten. Met dat aantal zou dat land nu op de 13de plaats staan (is nu Tsjechië, vlak achter Oostenrijk). Acht (West-)Europese landen scoren nu boven de 800 punten.
Volgens het rapport is Nederland het bewijs dat Bismarck-stelsel het heeft gewonnen van het Beveridge-stelsel. Het Bismarck-stelsel is gebaseerd op een volksverzekering met verschillende verzekeraars, die onafhankelijk zijn van de zorgverleners. Het Verenigd Koninkrijk is het grote voorbeeld van een land met een Beveridge-stelsel: zorg en financiering is ondergebracht in een systeem. Het VK komt in de ranglijst op een schamele 14de plaats. De les is volgens de opstellers van het rapport duidelijk: houdt politici en andere amateurs verre van de operatieve beslissingen in de gezondheidszorg. Alleen in kleinere landen zoals IJsland, Denemarken en Noorwegen doet het Beveridge-stelsel het redelijk tot goed.
Nederland scoort hoog op vele van de 48 indicatoren die de beoordelaars meenemen. De enige indicator waarop Nederland niet tot de top drie behoort is tabakspreventieindex. Nederland wint vier van de zes subdisciplines van de index. De Nederlandse zorg lijkt geen zwakke plekken te hebben, met uitzondering misschien van de wachttijden. Of het nu gaat over de zorg op het gebied van hart, hoofdpijn, suikerziekte, hepatitis of hiv, Nederland scoort daar op zijn slechtst een vierde plaats. Dat neigt de opstellers van het rapport toch tot de voorzichtige uitspraak dat Nederland de beste gezondheidszorg heeft van de 35 bekeken Europese landen.
Naast het ‘winnende Bismarck-stelsel heeft Nederland de best gestructureerde inbreng van patiëntenorganisaties in de gezondheidszorg. De wachtlijsten vormden ooit een kwalijk aspect in de Nederlandse gezondheidszorg, maar die is goeddeels weggewerkt.
Politici
Het rapport stelt dat het goede functioneren van de zorg in Nederland wel eens afhankelijk zou kunnen zijn van de manier waarop de praktische beslissingen genomen worden: door medici in samenwerking met patiënten(organisaties). Geldverstrekkers, amateurs als politici en bureaucraten zouden hier verre gehouden worden van de praktische beslissingen, een constatering waar waarschijnlijk lang niet iedere arts in Nederland het eens zal zijn.
Toegankelijkheid en preventie zijn nog een tikje aan de zwakke kant. Wachtlijsten (toegankelijkheid) komen vooral voor in landen waar de huisarts de ‘sluiswachter’ is. Dat sluiswachtersysteem zou de kosten drukken en de voortgang in de zorg garanderen. Van die kostenbesparing komt niet veel terecht. Nederland heeft per hoofd een van de duurste zorgsystemen in Europa, na de drie ‘rijke stinkerds’ Noorwegen, Zwitserland en Luxemburg, die een klasse op zich vormen. Nederland besteedt onevenredig veel geld, stelt het rapport haast beschuldigend, aan ziekenhuis- en ouderenzorg, maar Nederland kan zich dat (kennelijk) veroorloven. Het terugdringen van die intramurale zorg zou de kosten voor de zorg drukken, denken de opstellers van het rapport.
Bron: het HPC-rapport