Gletsjers in Andes verdwijnen razendsnel door el Nino

Chacaltaya -gletsjer is al verdwenen

De Chacaltaya op 25 maart 2011 (afb: Wiki Commons)

De gletsjers in de Andes verdwijnen in hoog tempo, de grootste snelheid in de afgelopen twaalf jaar, mede door toedoen van el Niño, zo stelt het blad New Scientist. Dat zou betekenen dat veel van die gletsjers binnen enkele tientallen jaren geschiedenis zullen zijn.

“De lager gelegen gletsjers in de Andes, onder de 5500 m, zijn nu in gevaar en zullen het hooguit nog enkele decennia volhouden”, zegt Michael Zemp, directeur van het Gletsjerinstituut in Zürich. Onderzoekers van dat instituut kwamen onlangs tot de conclusie dat de afname van de gletsjers in het eerste decennium van deze eeuw de grootste was die ooit is gemeten, met smeltsnelheden die twee tot drie keer hoger waren dan in de 20ste eeuw. Dat betekent dat er problemen zullen komen met de watervoorziening en met waterkracht, terwijl er uniek leefgebied verloren gaat voor planten en dieren die zich aan die omstandigheden hadden aangepast.  Doug Hardy van de universiteit van Massachusetts mat op de Quelccaya-gletsjer in Peru de geringste sneeuwval in 12 jaar op deze grootste gletsjer op een tropische breedtegraad. “De smelt was 40% hoger dan welk ander jaar ook sinds 2002 toen we gingen meten.” De Conejeras-gletsjer in Colombia verloor in twee jaar 43% van zijn volume, zo constateerden onderzoekers rond Jorge Luis Ceballos Liévano van de universiteit van Bogotá. Meer dan tweederde van dat verlies zou toe te schrijven zijn aan de nu heersende El Niño. Liévano: “2015 was erg slecht voor de gletsjer en als dat zo door gaat is de gletsjer in 2030 verdwenen of al eerder. Conejeras is representatief voor wat er elders in de Andes gebeurt.” De ooit ononderbroken ijsmassa op de flanken van de Sierra Nevada del Cocuy in Colombia bestaat nu uit een serie losse ijsplakken die volgens Zemp over een of twintig jaar helemaal verdwenen zijn.

Sommige gletsjers zijn al verdwenen. In 2009 verdween de Chacaltaya-gletsjer (5350 m) in Bolivia, ooit het hoogste skioord ter wereld. De ooit met sneeuw bedekte Pico Espejo in Venezuela werd in 2008 een sneeuwloze berg.
De watervoorziening van Bolivia en Peru, met zeer droge zomers, drijft voor een belangrijk deel op gletsjerwater. In het droge seizoen komt zo’n kwart van het water dat La Paz gebruikt van de gletsjers. “Nu realiseren mensen zich nog niet de ernst van de situatie, omdat de smeltende gletsjers voldoende water aanleveren”, zegt Antoine Rabatel van de universiteit van Grenoble, die daar onderzoek naar gedaan heeft. In 2008 kwamen boeren rond Caraz in Peru in opstand vanwege watertekort. Rabatal: “Ze blokkeerden de toegang tot toeristische vallei van Paron.” Daardoor konden zowel toeristen als onderzoekers er niet in. “In dit geval was het een kwestie van waterbeheer, maar dat soort problemen zal steeds vaker voorkomen als de watervoorraad afneemt.”
Uiteraard raakt dat ook andere levende organismen dan mensen. Zo’n 11 tot 38% van de soorten in het gletsergebied zou kunnen verdwijnen met het wegsmelten van de ijsmassa. De enige vogel die op gletsjers nestelt, de witvleugeldiucagors, zal hogerop moeten om nesten te bouwen, totdat ook daar de gletsjers weggesmolten zijn.

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.