Kwallen hebben geen brein, maar toch kunnen die dieren leren van ervaringen, zouden onderzoekers voor het eerst hebben ontdekt. Ze leerden tropische dooskwalletjes (Tripedalia cystophora) obstakels te vermijden. Die ontdekking haalt het idee onderuit dat een centraal brein noodzakelijk is voor het aanleren van lastige zaken en zou een nieuw licht (kunnen) werpen op de evolutionaire wortels van leren en geheugen.
Die kwalletjes zijn niet veel groter dan een vingerkootje, maar ze zijn toch uitgerust met 24 ‘ogen’ (rhopalia). Die gebruiken ze om te manoeuvreren in mangrovebossen op zoek naar prooi. Toch blijken die beestjes best slim.
“Leren is een topprestatie voor een zenuwstelsel”, zegt Jan Beliecki van de universiteit van Kiel (D). Om die beestjes iets te leren lijkt het dan ook het beste aan te sluiten bij zijnhaar leefwereld, iets dat hout snijdt voor dat beestje.
Ze werden in een bak gezet met grijze en witte strepen, die de mangrove-omgeving moesten voorstellen. Ze botsten aanvankelijk vaak tegen de wanden maar na zo’n zeven minuten zwommen ze gemiddeld zo’n 50% verder van de wand af en halveerde het aantal botsingen. Dat doet vermoeden dat die kwalletjes de contacten en visuele indrukken verwerkt hadden in hun zwemgedrag.
Uit verdere proeven met de diertjes bleek dat de combinatie van visuele en mechanische prikkels wezenlijk is voor het leergedrag en dat de ‘ogen’ (rhopalia heten die (dus) bij kwallen) dienst doen als leercentrum. Nu willen nog uitzoeken hoe het geheugen wordt gevormd.
Even snel
“Het is verrassend hoe deze dieren leren, ongeveer even snel als complexere dieren doen”, zegt medeonderzoekers Anders Garm. “Zelfs het kleinste zenuwstelsel kan complexe zaken leren. Het zou wel eens een fundamenteel celmechanisme kunnen zijn dat is ontstaan in de vroege fase van de ontwikkeling van zo’n systeem.”
Bron: Science Daily