Tweederde studies psychosociale behandeling ‘verdacht’

Manuel Eisner van de universiteit van Cambridge

Manuel Eisner van de universiteit van Cambridge

Ik weet niet of het klopt, maar het lijkt er op dat kinderen steeds vaker psychosociale problemen hebben die moeten worden behandeld. Hoe dan ook, er zijn redelijk grote groepen mensen die een, vaak langdurige, behandeling ondergaan voor hun psychosociale problemen. Die behandelingsmethoden komen ergens vandaan en worden vervolgens in klinisch onderzoek getest. Op basis van de uitkomsten van die studies worden bepaalde methoden voor psychosociale behandeling toegepast. Je mag aannemen (hopen) dat dat methoden zijn die het meeste effect hebben, maar is dat ook zo? Een aantal onderzoekers van de universiteiten van Oxford en Cambridge (VK) ging eens kijken hoe betrouwbaar die onderzoeken zijn en het bleek hun dat tweederde geen (juiste) verklaring van tegengestelde belangen bevatte. Dat is niet meteen slecht onderzoek, maar op zijn  minst verdacht.
Dit probleem speelt al jaren in het medicijnonderzoek, waar een paar gigantische bedrijven de dienst uitmaken, maar daar begint zich een oplossing af te tekenen (waterdicht gaat het nooit, vrees ik), maar op het terrein van de psychosociale behandelingen is het kennelijk nog een wildebomebos. Onderzoekers met belangen bij de uitkomsten van het onderzoek, kunnen kennelijk probleemloos verklaren dat er geen belangenverstrengeling is. Die behandelingen kosten vaak honderden of zelfs duizenden euro’s per keer.
“In afwijking van andere onderzoekers, heb ik er geen probleem mee als er commerciële behandelingsprogramma’s worden gebruikt, als de gezondheidsautoriteiten denken dat die effectiever zijn dan bestaande behandelingen”, zegt onderzoeker Manuel Eisner van het instituut voor criminologie (!) in Cambridge. “Dat moet echter gebaseerd zijn op eerlijk en transparant onderzoek. Wat je niet wilt zien is dat een duurdere behandelingsmethode die even of zelfs minder effectief is als een bestaande wordt gekozen op basis van de overoptimistische resultaten van onderzoek met een commercieel belang.” Hij vindt dat de mensen in de gezondheidszorg het recht hebben om te weten of de onderzoekers belangen hebben bij het onderzochte ‘product’.
De onderzoekers bekeken vier wijd verbreid toegepaste behandelingsmethoden: Positive Parenting Programme (of Triple P), het Nurse-Family Partnership, Incredible Years en de multisysteemtherapie voor jonge wetsovertreders. Ze keken vervolgens naar alle artikelen in wetenschappelijke tijdschriften tussen 2008 tot 2014 die die behandelmethodes tot onderwerp hadden. Bij zo’n 136 artikelen deden ontwikkelaars van die methoden zelf mee met het onderzoek. Twee artikelen werden door de redactie geweigerd. Van die 134 hadden er 92 (71%) geen, een onvolledige of onjuiste verklaring van tegengestelde belangen bijgevoegd. De onderzoekers namen contact op met de redacties van de tijdschriften. Dat leidde tot een erratum of correctie in 65 gevallen. In 16 gevallen zouden de redacteuren de verklaring hebben ‘vergeten’. In de resterende 49 gevallen werd er door de redactie contact met de auteurs van de artikelen gezocht, hetgeen resulteerde in nieuwe of gewijzigde verklaringen. Volgens de onderzoekers ligt de grootste verantwoordelijkheid bij de onderzoekers zelf.
Slechts in 32% van de gevallen werd een juiste verklaring verstrekt, maar per behandelingsmethode (interventie noemen de onderzoekers die) verschilt dat percentage nogal. Triple P is een therapie met ouderondersteuning die is ontwikkeld door Matthew Sanders van de universiteit van Queensland (Aus). Het Triple P-pakket is sinds 1996 zo’n 7 miljoen keer verkocht in 25 landen. Daar profiteren de universiteit van, het Sanders-centrum en de auteurs van Triple P. Hoewel de methode dus veel wordt gebruikt zijn er twijfels over de werkzaamheid, stellen de onderzoekers. Verschillende studies komen tot positieve resultaten, maar een onafhankelijk, systematisch onderzoek zou geen effecten op de lange duur hebben gevonden.
“Belangenverstrengeling is niet meteen slechtere wetenshap”, zegt Eisner, “en de transparantie verhoogt de kwaliteit van het onderzoek niet meteen, maar het maakt wel een verschil hoe die resultaten worden beoordeeld.” In het blad Journal of Child and Family Studies van januari van dit jaar schreef Sanders dat “[d]eels als resultaat van deze kritiek” zijn onderzoeksgroep een groot overzichtsonderzoek van de kwaliteitsborging van de methode is gedaan. Eisner: “Gestandaardiseerde programma’s die bewezen hebben te werken zijn de goede richting, maar we moeten kunnen vertrouwen op de uitkomsten. Dat vraagt duidelijkheid over de belangenverstrengeling.”

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.