Kunstmatige intelligentie wordt steeds belangrijker voor zowel goede als kwalijke toepassingen. Gevoegd bij de ondoorzichtigheid van de techniek (hoe komen die algoritmes tot hun uitkomsten) maakt dat ki een hachelijke thema. Gister hebben bij de VN-organisatie Unesco 193 landen een overeenkomst getekend waarin aanbevelingen (!) staan om ki netjes te gebruiken. Het is een akkoord zonder echte consequenties (want aanbevelingen) net zoals het klimaatakkoord. De landen beloven de aanbevelingen in hun wetgeving op te nemen. De Unesco is optimistisch gestemd.
Die aanbevelingen gaan over het inzetten van vrouwen en minderheidsgroepen bij de ontwikkelaars van ki. Ook zou ki niet gebruikt mogen worden voor de inbreuk op burgerrechten zoals niet gerichte opsporing en spionage door veiligheidsdiensten.
In de komende maanden zullen Unesco-deskundigen middelen ontwikkelen waarmee bekeken kan worden of ki zich aan deze regels houdt. Het akkoord is breed en ambitieus. Het gaat ook over cyberpesten en haatcampagnes. Landen leggen zichzelf op te streven naar een lage koolstofvoetafdruk (ki vreet enorme hoeveelheden energie).
Twee dingen
De Unesco verwacht dat er nu twee dingen zullen gebeuren. Landen en bedrijven gaan vrijwillig leven naar die regels. Zoiets gebeurde na de verklaring van de Unesco over het menselijk genoom. Daarnaast zullen landen die verklaring als handleiding nemen voor nieuwe wetgeving, verwacht de organisatie. Wat dat betreft wil de Unesco de vinger aan de pols houden.
Met deze regels verwacht de Unesco dat ki gunstig zal/kan uitwerken op de bestrijding van allerlei kwalen die de wereld treffen zoals honger, milieurampen en pandemieën, schrijft Gabriela Ramos in New Scientist.
Bron: New Scientist