Van visolie, vooral van omega-3-vetzuren, worden allerlei mooie dingen gezegd. Het is wat lastig dat je daar eerst vis voor moet vangen en dus hebben handige gentechneuten een plant genetisch zo veranderd dat de zaadjes van die plant visolie bevatten. Mogelijk dat het als supplement aan margarine zal worden toegevoegd. Daarbij is het misschien goed te weten dat lang niet iedereen overtuigd is van de heilzame werking van visolie. Pierre Bartélémy roept in zijn blog op lemonde.fr zelfs op te kappen met visolie.
Visolie wordt als heilzaam gezien voor hart en bloedvaten, maar 80% van de visolie wordt gebruikt als voer voor kweekvis. Onderzoekers van het Britse Rothamsted Research in Hertfordshire zijn 15 jaar bezig geweest om een genetisch gemodificeerde plant te kweken die visolie voortbrengt. Ze hopen toestemming te krijgen veldproeven te mogen doen in maart. Die toestemming moet komen van de Britse milieuminister Owen Paterson, die zich overigens een warm voorstander toont van genetisch veranderde planten. Vorige maand zei hij: “Hoe langer Europa zijn poorten gesloten houdt voor gm-planten, hoe groter het risico wordt dat de rest van de wereld ons voorbij loopt. Europa dreigt een landbouwmuseum te worden.”
De gezondsheidsbevorderende bestanddelen van visolie, EPA en DHA, maken de vissen niet zelf aan, maar komen van micro-organismen. Het onderzoeksteam isoleerde 7 genen van algen die verantwoordelijk bleken voor de aanmaak van visolie en transplanteerden die in het erfgoed van de oliezaadplant met de wat lullige Nederlandse naam huttentut. Die plant wordt al eeuwen geteeld in vooral Zuid- en Oost-Europa. Zo’n kwart van de olie van de gm-huttentut bestaat uit EPA en DHA. Er zou geen gevaar voor kruisbestuiving met andere gewassen zijn. Ook in Australië is een onderzoeksgroep bezig met de genetische ombouw van planten om die visolie te laten produceren. De Australiërs gebruiken daarvoor koolzaad. Britse anti-gm-groepen tonen zich bezorgd over de plannen. Barthélémy ook, maar om heel andere redenen.
Bronnen: the Guardian, Le Monde