John Bienenstock (l) en Paul Forsythe denken met poeptransplantaties stress en depressies te kunnen bestrijden

Zouden neurologische aandoeningen als depressies, fobieën en stress zijn te bestrijden door veranderingen in de samenstelling van de darmflora? Twee Canadese onderzoekers denken, op basis van proeven met angstige muisjes, dat dat goed mogelijk  is.
John Bienenstock en Paul Forsythe van de Canadese McMaster-universiteit onderzoeken de invloed van de darmflora op de hersens (inclusief de geest). De biljoenen bacteriën in het maagdarmkanaal hebben een grote invloed op de processen in mens en dier: van de stofwisseling en de werking van het afweersysteem tot aan de werking van de hersens. Aan de hand van muisproeven hebben de onderzoekers aannemelijk gemaakt dat ons microbioom (de darmflora) invloed heeft op onze stemmingen.
Ze deden proeven waarbij kleinere muisjes werden samengebracht met grotere, agressievere exemplaren. Uiteraard, zou je bijna zeggen, vertoonden de kleintjes angstig gedrag, kregen minder eetlust en gedroegen zich minder sociaal. Bij de bestudering van de ontlasting van de grotere/kalmere en angstige muizen bleek de samenstelling van het microbioom van de bangeriken onevenwichtig. Forsythe: “Er was minder variatie. Het maagdarmkanaal heeft een complexe ecologie. Hoe lager de diversiteit hoe groter de verstoring in het lichaam.” De stressmuisjes kregen dezelfde bacteriën toegediend als die gevonden werden in de uitwerpselen van de kalme muizen. Ook bestudeerden ze met behulp van kernmagnetische resonantie de veranderingen in de hersenchemie. Bienenstock: “Niet alleen verbeterde het gedrag van de muisjes aanzienlijk met die probiotica, maar dat bleef ook weken daarna aanhouden. We konden ook in de hersens chemische signaalstoffen waarnemen als de muisjes bang waren en nadat ze de probiotica hadden gekregen.”
Die stoffen in de hersens zouden een signaal kunnen zijn dat mensen, bijvoorbeeld, aan stress lijden of de kans lopen die te ontwikkelen, denken de onderzoekers. Die zou je kunnen bestrijden of voorkomen door ze probiotica of antibiotica te geven. De onderzoekers willen gaan kijken of het zin heeft poeptransplantaties te geven. Ook hopen ze binnenkort met klinische proeve bij menselijke vrijwilligers te kunnen beginnen.

Bron: Science Daily