De blauwe vinvis is het grootste dier dat op aarde leeft. Volwassen blauwe vinvissen worden volgens de Wikipedia wel 25 m lang en wegen 100 ton (een olifant komt niet verder dan 7 ton). Uiteraard is ook het hart van zo’n walvis groot. Hoe vaak klopt zo’n gigantisch hart om het bloed door dat geweldige lichaam te pompen? Dat is nu voor het eerst gemeten: bij het duiken slechts twee tot acht maal per minuut. Dat is veel trager dan verwacht. Bij het naar boven komen stijgt het hartritme aanzienlijk tot zo’n 35 slagen per minuut. Volgens biologen zou dat hart het maximaal haalbare zijn in de biologie.
De hartslag houdt ons levende wezens in leven. Daardoor worden zuurstof en andere noodzakelijke stoffen in het systeem rondgepompt. Hoe snel het hart slaat is bij zoogdieren afhankelijk van de intensiteit van de stofwisseling en van de grootte van het dier. Een muizenhartje slaat zo’n 600 keer per minuut, bij een dwergvleermuis zelfs negenhonderd keer. Bij grote dieren zoals een olifant gaat het er veel rustiger aan toe. Die kan toe met twintig tot dertig slagen per minuut. Hoe zit met het grootste dier op aarde de blauwe vinvis? Die weegt volgens bdw zo’n 70 ton bij een lengte van 23 m. Het hart weegt een dikke driehonderd kilo. Elke keer moet dat 80 liter bloed door de aderen pompen.
Jeremy Goldbogen van de Stanforduniversiteit en medeonderzoekers hebben nu de sprong gewaagd om de hartslag bij die reus te meten. Ze maakten daarvoor een elektrocardiograaf met vier sterke zuignappen vast aan de huid van een blauwe vinvis. “Ik had werkelijk geen idee of het zou lukken. Er moesten veel dingen kloppen. We moesten een blauwe vinvis vinden, de sensor op de juiste plaats aanbrengen en goed in contact met de huid brengen en dat moet allemaal nog functioneren ook.” Daarbij kwam dat de elektroden nog eens op een lastige plaats moesten worden bevestigd, links op zijn buik bij de borstvin. De huid schijnt daar nogal ongelijkmatig te zijn.
De onderzoekers slaagden desondanks de apparatuur op de juiste plek bij een 15-jarige mannetje te plaatsen, die zich al lange tijd ophield in de Montereybaai in Californië. De onderzoekers kregen een opname van zo’n 8,5 uur ‘hartwerk’. Omdat de walvis in die tijd meermalen dook op zoek naar voedsel, kregen de onderzoekers ook mee hoe die hartslag veranderde bij het duiken en weer naar boven komen. De onderzoekers dachten dat bij de jacht de hartslag zou toenemen, maar dat was dus duidelijk niet zo. Ook bij het naar boven komen gaat de hartslag niet sterk omhoog. Die wordt maar weinig hoger dan de hartslag in ruste (15 slagen per minuut)
Trager
Die trage hartslag bij het jagen is 30 tot 50% langzamer dan de onderzoekers hadden verwacht en te weinig om het zuurstoftekort in het bloed te vermijden. Dat zou kunnen verklaren die ‘jachtduiken’ van de walvissen zo kort zijn. Ze komen in zuurstofnood. De aortaboog zou dat tekort wellicht kunnen compenseren. Die zou bij een langzame hartslag door samen te trekken extra bloed kunnen rondpompen.
Als de walvis weer naar boven zwemt dan gaat zijn hart ’te keer’: 30 tot 37 slagen per minuut. Dat zou zo ongeveer het maximum zijn. Dat doet ie, denken de onderzoekers, om zijn zuurstofschuld zo snel mogelijk weg te werken. Volgens de onderzoekers functioneert het vinvissenhart zich nagenoeg in de buurt van het biologisch haalbare. Dat zou ook verklaren waarom een blauwe vinvis niet (nog) groter kan worden: dat kan het hart niet meer aan…
Bron: bdw