Ooit hoorde ik een roker beweren dat zijn gewoonte gezond was. Die fungeerde als een soort antibioticum, dacht hij. Kul, natuurlijk. Later zou zijn gebleken dat een mild gebruik mensen beschermen tegen Alzheimer, maar dat is nooit bewezen. Nu beweert de arts Chris van de Linden in een Vlaams tv-programma dat koffie en roken de kans om de ziekte van Parkinson te krijgen vermindert. “Mensen die Parkinson krijgen, hebben in principe in hun hele leven nooit gerookt.”
“Studies tonen aan dat mensen die genoeg koffie drinken minder kans hebben op parkinson. Personen die hun hele leven niet gerookt hebben, lopen dan weer een groter risico op de ziekte”, zegt van der Linden. De oorzaak voor die gunstige invloed moet gezocht worden in de werking van onze hersenen. “Zowel koffie als sigaretten stimuleren de aanmaak van dopamine in de hersenen”, zegt van der Linden. Dopamine is een stof die wordt geproduceerd door cellen in het voorste deel van de hersenen, die een grote rol speelt bij het ervaren van blijdschap en genot. Omdat de ziekte van Parkinson in feite neerkomt op het afsterven van de cellen in dat voorste gedeelte van de hersenen, kan een extra toevoer van dopamine door koffie of sigaretten, voorkomen dat de ziekte doorbreekt.
Overigens vindt Van der Linden dat geen aansporing om maar massaal te gaan roken. “Je zal nog altijd eerder sterven door sigaretten dan aan de ziekte van parkinson”, waarschuwt hij.