op seksueel gebied vreemd. Er wordt verkracht, gemasturbeerd, doden worden besprongen en nog zo meer. De Britse Zuidpoolonderzoeker George Murray Levick was zo geschokt geweest dat bij die lieve pinguïns te hebben waargenomen, dat hij daarvan niets heeft gepubliceerd, zo wil het verhaal. Dat speelt zich dan ook af rond 1913 (nu zou dat geen probleem zijn). Een aantal jaren geleden werden zijn aantekeningen opgegraven uit het sneeuw op het oude basiskamp.
Meer dan honderd jaar hadden die aantekeningen gelegen voor de hut in het basiskamp van poolonderzoeker Robert Falcon Scott. Verloren? Achtergelaten? Wie zal het zeggen? Na de honderd jaar zijn Levicks aantekeningen met potlood nog prima leesbaar. Hij bestudeerde op de Zuidpool de Adélie-pinguïns, die daar in een ’s werelds grootste kolonie leven. Hij wilde alles weten: hoe ze jaagden, aten, broedden, baltsten en van bil gingen. Terug in Engeland maakte hij een keurig verslag in het baanbrekende boek “Antarctic Penguins”, maar hij censureerde zichzelf stevig. Het seksuele gedrag van de Adélie-pinguins was hem, en waarschijnlijk ook zijn lezers, te ruig. Ze bevredigen zichzelf, doen seksuele spelletjes die niets met voorplanting te maken hebben, ze verkrachten jonge pinguins, ze bedrijven de mannenliefde en copuleren met dode vrouwtjes (nu hebben we het dus over de mannetjes). Al dat schokkende is al zo’n twee geleden verschenen in het blad Polar Record. Het notitieblok met aantekeningen is inmiddels weer teruggebracht naar het basiskamp van Scott. Daar liggen nog zo’n 11 000 andere dingen, veel daarvan nog onder het ijs. Ik snap even niet waarom dat verhaal nu in der Spiegel staat, maar leuk is het wel.
Bron: der Spiegel