Door toedoen van de mensheid verdwijnen er over de hele wereld in rap tempo soorten, maar komen er ook nieuwe soorten bij en wordt de evolutie versneld. Dat zou blijken uit een onderzoek van de universiteit van Kopenhagen en van Queensland. De onderzoekers vinden dat geen goede ontwikkeling.
Mensen zorgen niet alleen voor het verdwijnen van planten- en diersoorten, maar ook voor het opduiken van nieuwe, stellen de onderzoekers. Dat gebeurt via allerlei processen zoals toevallige introducties, het domesticeren van dieren en en planten, onnatuurlijke selectie door jagen of het ontstaan van nieuwe soorten in stedelijke omgeving. Dat mensen ook ‘schuld’ zijn aan het ontstaan van nieuwe soorten wil niet zeggen dat die hele ontwikkeling (verdwijning en opduiken) gezond is, vinden de onderzoekers. Natuurbescherming blijkt belangrijk, stellen ze.
“Het is onwaarschijnlijk dat het vooruitzicht van het ‘kunstmatig’ ontstaan van nieuwe soorten opweegt tegen het verlies van ‘natuurlijke’ soorten. Veel mensen zullen een kunstmatig biodiverse wereld net zo intimiderend vinden als een kunstmatig veramrmde”, zegt onderzoeker Joseph Bull van de universiteit van Kopenhagen.
De onderzoekers geven vele voorbeelden van menselijke activiteiten die invloed hebben op de evolutie van de soorten. Een voorbeeldje: als de gewone huis- tuin- en keukenmug zich aanpast aan de ondergrondse in Londen dan ontstaat er een muggensoort die London Underground-mug heet. Die metromug krijgt geen nakomelingen door paring met de gewone mug: een nieuwe soort dus. Bull: “We zagen ook voorbeelden van nieuwe soorten door domesticering. Ten minste zes van de 40 belangrijkste landbouwgewassen worden geacht nieuw te zijn.”
Zo kan ook onnatuurlijke selectie door jagen nieuwe eigenschappen in dieren ontwikkelen die uiteindelijk kunnen leiden tot het ontstaan van een nieuwe soort. Ook het, al of niet bewust, overplaatsen van soorten in een nieuwe omgeving kan leiden tot nieuwe soorten. Als gevolg daarvan zijn er Europa de laatste drie eeuwen meer planten verschenen dan er, gedocumenteerd, zijn verdwenen.
Invloed
Hoewel lastig een nauwkeurige schatting is te maken hoeveel soorten door menselijk toedoen zijn verdwenen of verschenen, is die invloed volgens de onderzoekers aanzienlijk. “Aantallen soorten is een zeer onbevredigende maat voor de biodiversiteit, want daar zitten nog zoveel meer aspecten aan”, zegt medeonderzoekster Martine Maron van de universiteit van Queensland. “Een neutrale uitkomst voor het aantal soorten is geen aanvaardbare weging van het belang van de wilde fauna tegenover de vrij homogene gedomesticeerde soorten. Het ontstaan van nieuwe soorten naast het verdwijnen van bestaande is wel zinvol om in te zien welke invloed de mens heeft op de biodiversiteit. We zouden een discussie moeten voeren over natuurbescherming.”
Beide onderzoekers zijn niet zo zwartgallig dat ze denken dat de aarde aan de vooravond staat van een zesde massauitsterving. Sinds de laatste IJstijd, zo’n 11 500 jaar geleden, zijn, geschat, zo’n 255 zoogdieren uitgestorven en 523 vogelsoorten, voornamelijk door menselijk toedoen. In dezelfde periode werden zo’n 900 bekende soorten verplaatst, zo’n 470 diersoorten gedomesticeerd evenals 270 plantensoorten. Dan hebben we het natuurlijk alleen nog maar over de zeer zichtbare levende organismen en niet over de veel grotere ‘onzichtbare’ wereld van de bacteriën, virussen, de schimmels, de algen, die minstens zo belangrijk zijn voor een gezond ecosysteem. Kortom, we hebben het niet eens over het topje van een ijsberg…
Bron: Science Daily