Mensen griezelen al eeuwen over het moment dat de machines en robots de macht overnemen. Op een paar ondergeschoven terreinen is dat al gebeurd. Machines kunnen al een tijdje beter schaken dan de beste menselijke schaker, moest grootmeester Genni Kasparov tot zijn eigen schande in 1997 toegeven. IBM heeft nu supercomputer Watson. Drie jaar geleden versloeg Watson mensen-van-vlees-en-bloed in het vraag-en-antwoordspelletje Jeopardy. Nu stelt IBM Watson, tegen betaling, beschikbaar als ‘ontdekkingsreiziger’ op het gebied van moleculaire biologie voor bedrijven en onderzoekorganisaties. Voorlopig is Watson nog vrij beperkt.
De nieuwe dienst steunt op de fabelachtige manier waarop Watson met grote aantallen gegevens kan omgaan. Dat maakte ook dat de computer het spelletje kon winnen. Watson als ontdekkingsreziger is nu vooral gericht op wetenschap, met de nadruk op biowetenschappen en geneeskunde. Buiten de vaardigheid om teksten op te zoeken, beschikt Watson ook over het vermogen verbanden te leggen tussen theorieën, waaruit weer nieuwe hypotheses (zouden) kunnen ontstaan, zo zet IBM zijn ontdekkingsreiziger in het zonnetje.“Watson wilde eerst alleen maar het antwoord vinden, maar nu gaat het er om er achter te komen of de onderzoeker wel de juiste vraag stelt”, zegt IBM-onderzoeker Scott Spangler.
Een sterk staaltje van Watsons mogelijkheden werd onlangs gepresenteerd op het jaarcongres van de Amerikaanse vereniging van rekenmachines ACM, dat gewijd was aan datawetenschap (het spitten naar kennis in artikelen). Dat betrof een project waarbij biologen en datawetenschappers aan het spitten zijn geslagen met behulp van Watson in meer dan 70 000 artikelen die over eiwitten gaan die het gen p53 zouden kunnen muteren. Watson las ze allemaal na op informatie over eiwitten die het gen kunnen aan- of uitzetten. Op basis van dat spitwerk kwamen de onderzoekers op zes mogelijke ‘daders’.
Als Watson verder ging dan naar bekende feiten graven, stuitte hij, als een echte ontdekkingsreiziger, op opmerkelijke, niet eerder gelegde verbanden. Die voorspellingen werden vervolgens in het lab getoetst. Medeonderzoeker Olivier Lichtarge van het Baylorinstituut in Houston stelt dat sommige voorspellingen bij ruwe beoordeling bleken te kloppen. “Dat laat zien dat deze technologie efficiënt kan spitten in wetenschappelijke literatuur in de moleculaire biologie en daar ook over kan ‘redeneren’.” Voor Lichtarge is het bovendien van groot belang dat de machine het antwoord zou kunnen zijn op de steeds maar groeiende berg aan wetenschappelijke literatuur. Een mens kan misschien vijf artikelen per dag lezen. Het zou hem dan dik 50 jaar kosten om die 70 000 artikelen te lezen (bij een vijfdaagse werkweek zonder vakantie).
Overigens is IBM miet de enige die op dit soort diensten aast. Apple heeft Siri, Google zijn Now en Microsoft Cortana die dienst (moeten) doen als slimme persoonlijke assistent, maar dat is toch een ander terrein dan dat van Watson. Palantir Technologies, Digital Reasoning and Saffron Technology zouden meer de concurrenten van Watson zijn, zij het dat ze niet de omvang hebben van Big Blue. Op dit terrein zouden de ontwikkelingen grote vorderingen maken. Bij al dat Amerikaanse geweld (dit is natuurlijk een Amerikaans verhaal) vraag ik me af waar de rest van de wereld, met name Europa, blijft.
IBM pakt het groots aan. Watson krijgt zijn eigen afdeling in East Village op Manhattan en lijkt een ‘bruidsschat’ van $ 1 miljard (ruim € 700 miljoen) mee te krijgen. Daarnaast wil IBM het besturingssysteem dat voor Watson is ontworpen graag zien als de volgende fase na Windows, iOS en Android, met speciale bruikbaarheid in de kunstmatige intelligentie. Het is nu alleen de vraag of de opzet van IBM ook werkt. Volgens een woordvoerdster zou het bedrijf honderden klanten en partners hebben met echte projecten. Overigens moeten vooralsnog niet al te overdreven voorstellingen gemaakt worden van de ‘intelligentie’ van Watson. Watson 1.0 was ontworpen om dat spelletje te winnen. Watson 2.0 is jaren bezig geweest om zich al het wetenschappelijke abracadabra eigen te maken. Spangler is daarvoor jaren met onderzoekers van het Baylor-instituut aan de slag geweest. De nu geïnstalleerde programmatuur op Watson heet dan ook de Baylor Knowledge Integration Toolkit (KnIT). Watson is niet ‘vanzelf’ slim.
Bron: New York Times