Het vervelende van zonnecellen is dat die alleen overdag energie opleveren. Jeremy Munday van de universiteit van Californië in Davis zegt dat het mogelijk is met ‘anti-zonnecellen’ ook elektrische energie op te wekken. Per vierkante meter zouden die cellen een vermogen van 50 W kunnen opbrengen, een kwart van een ‘echte’ zonnecel.
Munday ontwikkelt prototypes van de fotovoltaïsche cellen die ook ’s nachts leveren. Hij en zijn medeonderzoekers hopen het rendement van die ‘anti-zonnecellen’ nog te kunnen verbeteren. Volgens hem werken die cellen volgens hetzelfde principe als gewone zonnecellen, maar dan omgekeerd. Een voorwerp dat warmer is dan zijn omgeving straalt warmte als infrarood licht uit.
De ruimte is ijzig, dus als je een warm voorwerp hebt en dat richt je op de ruimte dan zal dat infrarood licht uitstralen. Mensen hebben dat fenomeen al eeuwen gebruikt om ’s nachts te koelen. De laatste vijf jaar wordt er onderzoek gedaan naar systemen die dat overdag kunnen doen door zonlicht te filteren of het voorwerp afwenden van de zon.
Warmtestralend
Er bestaat zoiets als een warmtestralende cel (de onderzoekers gebruiken de term thermoradiatief). Die genereert stroom door warmte uit te stralen naar zijn omgeving. Onderzoekers bekijken of dat systeem te gebruiken is om restwarmte te vangen van motoren. Munday: “Als we nu zo’n warmtestraler nemen zetten die in een warme omgeving neerzetten en richten op de lucht boven ons.” Die cel gericht op de nachtelijke lucht straalt infrarood licht uit aangezien die cel warmer is dan de ruimte.
Munday: “Een normale zonnecel wekt energie op door licht te absorberen. Deze cellen zenden zelf (infrarood; as) licht uit en de stroom gaat daardoor de andere richting op, maar die cellen produceren nog steeds elektrische energie. Je moet verschillende materialen gebruiken, maar de natuurkunde is dezelfde.”
Overdag werken die cellen ook als je of het directe zonlicht blokkeert of de cellen de ‘rug’ laat keren naar de zon. Deze ‘anti-zonnecellen’ zouden dus in principe 24 uur actief kunnen zijn. Dat scheelt het stroomnetwerk opslagcapaciteit (je hoeft dan minder niet direct bruikbare energie, want geen vraag, op te slaan).
Bron: EurekAlert