Door vooral liberaalgezinden wordt globalisering als een positieve ontwikkeling gezien, maar die heeft ten minste één diepzwarte keerzijde: het voortijdig overlijden van duizenden mensen als gevolg van de vervuiling die het buiten de regio produceren en het heen en weer slepen van goederen met zich meebrengen. Volgens een recent onderzoek zou het gaan om minstens 700 000 slachtoffers per jaar, maar zeer waarschijnlijk meer.
Westerse consumenten kopen, alle Trumps van de wereld ten spijt, steeds vaker goederen en producten die niet in hun ‘regio’ gemaakt of geteeld worden. Volgens de onderzoekers sterven jaarlijks zo’n 3,5 miljoen mensen vroegtijdig door luchtvervuiling. 22% van die slachtoffers (762 400) zou zijn toe te schrijven aan globalisering: het produceren van goederen die niet zijn bestemd voor de eigen regio. Ruim 400 000 doden (12%) zou het gevolg zijn van niet in de eigen regio veroorzaakte luchtverontreiniging. Je kunt je natuurlijk afvragen of die laatste groep is toe te schrijven aan globalisering. Een deel zeker, want landen met zwakkere milieunormen kunnen ‘goedkoper’ produceren.
De analyse zou de eerste gedetailleerde studie zijn naar de effecten van de consumptie in Europa en de VS op de luchtverontreiniging in de rest van de wereld. De verschuiving van de productie van goederen voor Europa en de VS naar elders heeft aanmerkelijke gevolgen voor de wereldgezondheid.
‘Export’ van dodelijke vervuiling
De onderzoekers doen ook uit de doeken hoe de gezondheid van de mensen in buurlanden wordt beïnvloed door industriële productie. Luchtvervuiling wordt meegenomen door de luchtcirculatie rond de aardbol. De onderzoekers concentreerden zich op de uitstoot van fijnstof (< 2,5 µm) van krachtcentrales, fabrieken, vliegtuigen en schepen in dertien ‘regio’s’. Daarbij gebruikten ze gegevens van 228 landen (zo veel?). Fijnstof wordt verantwoordelijk gehouden voor 90% van de ‘luchtvervuilingsdoden’.
Uit de gegevens over de luchtvervuiling, uit emissiemetingen en modellen voor de luchtbewegingen destilleerden de onderzoekers gegevens over waar de fijnstofvervuiling in 2007 ontstond en waar die terechtkwam. Ze gebruikten het economische model van het wereldhandelanalyseproject om een idee te krijgen welk deel van de luchtvervuiling is toe te schrijven aan de productie van consumentengoederen.
Uit hun cijferwerk rolde dat de vervuiling in China wereldwijd twee keer zo veel doden veroorzaakte dan welke andere ‘regio’ ook. Na China volgde India en de rest van de Aziatische ‘regio’. China zou verantwoordelijk zijn voor bijna 65 000 doden door luchtverontreiniging in andere landen (zelfs 3000 in Europa en de VS; globalisering kost levens). Daar staan de ruim 108 000 voortijdige sterfgevallen in China tegenover als gevolg van de vervuiling veroorzaakt voor de productie van goederen voor het westen.
Internationale actie
Onderzoeker Steven Davis van de universiteit van Californië in Irvine, een van de auteurs van de studie, stelt dat de analyse is gemaakt voor de beleidsmakers. “Het is niet aan ons om te vertellen wat er moet gebeuren.” Toch riepen zijn medeonderzoekers op een persconferentie op tot internationale actie. “We hebben een klimaatakkoord. Of dat effectief is valt nog te bezien, maar het is er”, zegt Dabo Guan van de universiteit van East-Anglia. “Mensen dachten dat luchtvervuiling een plaatselijke kwestie was.”
Hij haalt het voorbeeld aan van een in China gemaakte telefoon die in het westen voor zo’n € 200 wordt verkocht. 70% daarvan gaat naar de ontwikkelaar van het toestel, maar zo’n 5 of 6 euro naar de Chinese fabrikant. “Elk half jaar nemen we een nieuwe telefoon ten koste van de gezondheid van mensen elders in de wereld.”
Volgens medeonderzoeker Qiang Zhang van de Tsinghua-universiteit in Peking moeten de consumenten in het westen hun verantwoordelijkheid nemen. “We moeten af van goedkoop en vies.”
Bron: the Guardian