Het jonge Zwitserse bedrijf FinalSpark schijnt ingezet te hebben op bio. Al vaker is onderzoek gedaan naar DNA als reken- of opslagmateriaal, maar FinalSpark denkt dat hersencellen daar beter voor geschikt zijn. Dat zal nog niet zo eenvoudig zijn, want levende cellen moeten gevoed worden. Groot voordeel van een biocomputer is dat die vele malen minder energie verstookt dan de elektronische, maar hoe hij je die in leven?
Finalspark heeft sedert een paar weken een wat het bedrijf noemt neuroplatform waar universiteiten en bedrijven gebruik van kunnen maken. Kern wordt gevormd door hersentjes die het bedrijf zelf heeft gekweekt.
Volgens FinalSpark is dat een wereldprimeur, maar al eerder zijn computers met organoïden vertoond, zoals bij de universiteit van Indiana in Bloomington of Johns-Hopkinsuniversiteit. Elke processor zou bestaan uit zo’n 10 000 hersencellen. De bioprocessoren zouden een miljoen keer minder energie vergen dan elektronische.
Universiteiten kunnen tegen betaling van 500 euro per maand gebruik van van de bioprocessoren (vier organoïden). Al 36 universiteiten zouden belangstelling hebben getoond. In acht gevallen zouden de onderzoekers gratis met de biocomputer mogen werken.
Python
Naast elektrofysiologische operaties om bioprocessors te stimuleren en hun reacties te meten, kunnen onderzoekers via een API in Python (een programmeertaal) het microfluïdische systeem besturen dat neuronen voedt en afval afvoert, evenals de camera’s en ultraviolette verlichting. Volgens Finalspark hebben deze organoïden nu een levensduur van 100 dagen.
Dat klinkt als fröbelen met het systeem zelf en weinig nuttig, maar biocomputers zouden ook iets kunnen betekenen voor kunstmatige intelligentie, een tak van sport die gigantische hoeveelheden energie verorbert. Ik(=as) moet het allemaal nog maar zien.
Bron: Futura-Sciences