Mogelijk medicijnen tegen zika-virus gevonden

Mini-hersens en het zika-virus

Met het zika-virus besmette ‘mini-hersens waarvan al verschillende cellen het loodje hebben gelegd (rood) (afb: Xuyu Qian, JHU)

Onderzoekers uit de VS, waarvan het merendeel van Chinese komaf, hebben bij bestaande of in klinische proeven geteste medicijnen verbindingen  gevonden die mogelijk een wapen kunnen zijn in de bestrijding van het zika-virus.
In een grootscheepse test  met (kweken van) menselijke hersencellen, hebben onderzoekers twee klassen verbindingen gevonden die mogelijk werken tegen een zika-besmetting. Die verbindingen worden al getest in klinische proeven of zijn al in gebruik als geneesmiddel. Daarvoor beproefden de onderzoekers zo’n 6000 (aspirant)geneesmiddelen op hun waarde als zika-bestrijder.
“Het duurt jaren zo niet decennia om geneesmiddelen te ontwikkelen”, zegt onderzoeker Hongjun Song van de John Hopkins-universiteit. “In een noodgeval als dit hebben we daar de tijd niet voor.” Dus beproefden de onderzoekers bestaande geneesmiddelen of medicijnen die getest worden in klinische proeven.
Hiermee borduurden ze voort op eerder onderzoek, waarin ze ontdekten dat het virus zijn pijlen richt op bepaalde hersenstamcellen die de basis vormen van de hersenschors. De onderzoekers bekeken de effecten van het virus daarbij bij celkweken, die ze typeren als ‘mini-hersens’. Die celstructuren hebben iets weg van de structuren in de (echte) hersens.
In de huidige studie gebruikten ze die ‘mini-hersens’ weer, terwijl ze keken hoe de kandidaatmedicijnen het zika-virus te lijf gingen (of niet). Ze maten daarbij de celsterfte en de hoeveelheid ATP (adenosinetrifosfaat), een molecuul dat, als energiedrager, een maat is voor de vitaliteit van een cel.
Nadat de ‘mini-hersens’ werden besmet met het virus werden de hersencellen ernstig en onomkeerbaar beschadigd. Bij sommige ‘kandidaatmedicijnen’ leefden de cellen wat langer en bij een enkele verbinding genazen de ‘min-hersens’ geheel van de besmetting.

Analyse

Een nadere analyse bracht aan het licht dat de beloftevolle verbindingen verdeeld konden worden in twee groepen: neurobeschermende middelen, die celdood voorkomen, en antivirale middelen. Volgens Song staken drie verbindingen er ver genoeg bovenuit om verder onderzoek naar te doen: PHA-690509, een antiviraal middel dat in onderzoek is; emricasan, dat in klinisch onderzoek wordt beproefd tegen hepatitis C en niclosamide, een bestaand geneesmiddelen tegen parasitaire infecties, zoals lintwormen, dat in dit geval als antiviraal middel werkt
Song wijst er op dat effectiviteit in een celkweek nog niet betekent dat dat middel ook werkt bij zika-besmettingen in mensen. Niclosamide, bijvoorbeeld, bewerkt parasieten in het maagdarmkanaal. Het is nog onduidelijk of dat medicijn ook het zenuwstelsel ‘aandoet’ van volwassenen of van de ongeboren vrucht in de moederschoot. Ook is nog geheel onduidelijk wat de middelen klaarspelen tegen de hele serie effecten die het virus teweegbrengt, zoals microcefalie (te kleine hersens) of de tijdelijke verlamming zoals die bij volwassenen wel voorkomt.

“Om die vragen te beantwoorden moeten er meer onderzoeken gedaan worden bij dieren zowel als mensen om te bewijzen wat ze kunnen”, zegt medeonderzoeker Guo-li Ming van de John Hopkins-universiteit. “Het kan nog wel jaren duren voordat we weten of die middelen ook echt werken.” Eerst zullen de onderzoekers bekijken van de beloftevolle middelen uithalen bij met zika besmette dieren.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.