Of het allemaal zin heeft is, is onduidelijk. Biobrandstoffen, bedoel ik. Al jaren geleden bleek uit Zwitsers onderzoek dat die ‘duurzame’ biobrandstoffen helemaal niet zo milieuvriendelijk zijn en bovendien concurreren met de voedselproductie. Als alternatief basis voor biobrandstoffen werd gezocht naar processen die uit landbouwafval biobrandstoffen konden produceren, maar dat bleek een nogal moeizame zoektocht. Onderzoekers in Japan zouden er in geslaagd zijn die kaap te omzeilen: een biobrandstof die geen (menselijk of dierlijk) voedsel eet. Sterker nog: de co-productie van biobrandstoffen en diervoer zou nu mogelijk zijn geworden.
Er worden al jaren biobrandstoffen uit gewassen gemaakt. Vooral in Brazilië heeft dat een hoge vlucht genomen, maar we praten dan over de makkelijk omzetbare koolhydraten van de gewassen. Precies de bestanddelen die we gebruiken voor de voeding. Landbouwafval zou als basis kunnen dienen, maar de bestanddelen daarvan zijn veel lastiger om te zetten in vloeibare brandstof. Vergisting zou een oplossing kunnen zijn maar die heeft zo zijn beperkingen. Onderzoekers van het Japanse instituut voor landbouwecologisch onderzoek hebben daar, kennelijk, een oplossing voor gevonden. “Het knelpunt bij die tweedegeneratie biobrandstoffen is dat ze grote installaties nodig hebben met dito vervoer en een ingewikkeld procédé. Dat is duur en vraagt veel energie”, zegt onderzoeker Mitsuo Horita. “In plaats van een ingewikkeld proces hebben wij een systeem gebouwd uitgaande van processen die boeren al gebruiken om veevoer te produceren. Dat heeft geresulteerd in een systeem met een hoge opbrengst aan ethanol en een goede voerkwaliteit zonder enige afval.” Het proces noemden de onderzoekers vastestofvergisting, waarbij hele rijstplanten in balen werden geperst met daaromheen een ondoordringbaar folie. Tijdens de vergisting worden de suikers en het zetmeel uit de plant door gist omgezet in ethanol, en het eindproduct voor het vee bestaat uit kwalitatief voedingrijke veekoeken.
Per baal hielden de onderzoekers 12,4 kg pure alcool over na zes maanden vergisting. Uit de baal drupte nog eens extra 1,7 kilo ethanol dat dus zonder verdere handgrepen kon worden verzameld. Het overblijfsel was vergelijkbaar met kuilvoer, dat vee meestal inde winter krijgt, met overeenkomstige hoeveelheden melkzuur en suikers en een hoge concentratie aan eiwitten. Hoewel de procestijd lang is is er geen extra energie nodig. Met een vacuümdestillator werd de ethanol geoogst (buiten die uit de baal druppelde), die ook nog eens makkelijk te verwerken zou zijn tot autobrandstof. Overigens lijkt me dit nog steeds een eerstegeneratiewinning, waar de makkelijk omzetbare suikers en andere koolhydraten worden omgezet in biobrandstoffen, maar dit ter zijde.
Bron: Eurekalert