Dit onderzoek, uitgevoerd door medewerkers van, onder meer, het Wellcome Sanger-instituut in Engeland, is een van de grootste op dit terrein. Ze hopen daarmee de realisering van de zogeheten afhankelijkheidskaart van kanker te kunnen versnellen (een gezamenlijk project van het Wellcome Sanger-instituut en het Amerikaanse Broad-instituut). Dat zou je kunnen zien als een soort handboek voor de precisiebehandeling van kanker.
Elke twee minuten krijgt iemand in het Verenigd Koninkrijk te horen dat hijzij kanker heeft, stelt het persbericht, en de helft van de mensen krijgt tijdens zijnhaar leven die diagnose te horen. Operatieve verwijdering, bestraling of chemo zijn de gebruikelijke behandelingsmethodes, maar die zijn nogal grofstoffelijk waardoor ook gezond weefsel wordt gedood/verwijderd, slaan niet bij iedereen aan en hebben vaak nogal nare bijwerkingen.
Het streven is behandelmethodes te ontwikkelen die alleen de kankercellen aanvatten en de gezonde cellen ongemoeid laten. De ontwikkeling van zo’n nieuwe methode/middel is echter lastig en daardoor duur. De ontwikkeling van een kankermedicijn kost iets in de orde van eenmiljard euro en 90% daarvan haalt de eindstreep niet. Het kiezen van het juiste doelwit voor een effectieve behandeling is dan ook van wezenlijk belang. Daar staat of valt de hele ontwikkeling mee.
De onderzoekers hebben door het ‘verminken’ van bijna 20 000 (mensen)genen met behulp van de CRISPR-methode in 300 kankermodellen van 30 kankersoorten gekeken welke van die bijna 20 000 genen wezenlijk zijn voor het overleven van kankercellen. Ze keken daarbij naar de meeste voorkomende kankersoorten zoals zoals borst-, long- en darmkanker, maar ook naar kankersoorten die nu nog moeilijk behandelbaar zijn zoals eierstok- en alvleesklierkanker.
600
Van de duizenden genen die ze vonden als wezenlijk voor de overleving van kankercellen merkten ze er 600 aan als beloftevolle doelwitten voor kankertherapieën. Een van de volgens de onderzoekers ‘best scorende’ kankeroverlevingsgenen is het WRN (Wernersyndroom-RecQ-helicase). Kankercellen met een slecht functionerende DNA-reparatie (microsatellietinstabiliteit) hebben dat enzym nodig voor overleving. Die instabiliteit komt bij verschillende kankersoorten voor: in 15% van het aantal gevallen van darmkanker en in 28% van het aantal maagkankergevallen
Onderzoeker Kosuke Yusa, voorheen medewerker van het Wellcome Sanger-instituut maar tegenwoordig werkzaam bij de universiteit van Tokio legt uit dat ze veel te danken hebben aan de CRISPR-methode. “Vijf jaar geleden hadden we dit niet kunnen doen.” Deze inspanningen moeten, zoals gezegd, leiden tot een soort handboek om de verschillende kankersoorten effectief aan te pakken. “Dit is een grote inspanning om de zwakke plekken van kanker te identificeren”, zegt medeonderzoeker Mathew Garnett van het Wellcome Sanger-instituut. “Uiteindelijk moet dat gevolgen hebben voor de behandeling van patiënten. Ondertussen is deze informatie vrij beschikbaar voor wetenschappers over de hele wereld.”
“We hebben dit niet gedaan om alleen maar een lange lijst van voorkeursdoelwitten te maken”, zegt Fiona Behan van het Wellcome Sanger-instituut. “We willen het verschil maken voor de patiënten. Zelfs een paar nieuwe, effectievere medicijnen als resultaat van dit onderzoek zou voor veel patiënten een grote vooruitgang betekenen.”
Hoofdonderzoekster Karen Vousden van het Britse kankerinstituut is onder de indruk, maar maant ook tot voorzichtigheid. “Het bestuderen van cellen in het lab is niet helemaal hetzelfde als in een veel complexer systeem als het lichaam en geeft ook geen uitsluitsel hoe iemand reageert op medicijnen. Dit is een prima uitgangspunt en nu moeten we van die genen een grondige analyse maken om te bepalen welke daarvan daadwerkelijk doelwit zijn voor kankerbehandeling.”
Bron: EurekAlert