Wadende sledehonden op 13 juni j.l. nabij Qaanaaq (afb: Steffen Olsen)
Op 77°NB willen Deense onderzoekers nog voor de zomer op Groenland hun meetapparatuur verzamelen. Daarbij moesten hun sledehonden door het water waden. Dat was ze nog niet eerder overkomen. Wat is er aan de hand?
Op de foto van Steffen Olsen van het Deense weerkundige instituut is te zien hoe de honden door het water moeten baggeren. Boven het metersdikke ijs had zich een laag smeltwater verzameld. Olsen noemde het op Twitter een ‘ongewone dag’. “Het is eerder symbolisch dan wetenschappelijk.
Opmerkelijk is zeker dat het zeeijs hier in het noordwesten van Groenland al op 30 april begon te smelten (de foto is van 13 juni). Anders gebeurt dat pas in juni of juli. Daarmee is is het op een na vroegste aanvang van de dooitijd sedert dat gemeten wordt (1980).
Ook in veel andere delen van Groenland en het Noordpoolgebied was het de afgelopen week ongewoon warm. Woensdag was het op het vliegveld van Qaanaaq 17,3°C en donderdag nog 15°C. Dat komt door de (warme) zuidelijke winden die diep in het Noordpoolgebied doordringen door de afzwakking van de poolwervel, waardoor niet alleen het landijs versneld dooide maar ook het nog overblijvende zeeijs.
‘Hittelgolf’
De ‘hittegolf’ zou tenminste nog enkele dagen aanhouden. Die zou dan nog wel uitzonderlijk zijn en niet alleen toe te schrijven te zijn aan de aardopwarming. Zoals gesteld is de dooi dit jaar vroeg ingevallen. Eerder gebeurde dat in 2012, toen aangroei van het ijs ook de minste was die tot nu toe is gemeten (1980).
2019 dreigt een nieuw droef recordjaar te worden. De ijsaangroei sedert januari ligt op eenzelfde laag niveau als in 2012. Het totale zeeijsoppervlak was op 17 juni met 10,766 miljoen km2 maar net iets meer dan in dat jaar (10,654 miljoen km2).
Bron: der Spiegel