Klonteringen van het eiwit alfa-synucleïne zijn kenmerkend voor de hersenziekte Parkinson. Die kennis lijkt op de schroothoop te kunnen. Onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Bazel (Zwi) ontdekten dat die klonteringen niet bestaan uit eiwitten maar vooral uit een mengsel van membraanfragmenten. Zijn Parkinsononderzoekers nu weer terug bij Af? En waarom is dit niet eerder ontdekt?
De rommel die zich bij de ziekte ophoopt in hersencellen blijkt niet uit eiwitvezeltjes te bestaan. Dat klinkt verbazingwekkend als je weet dat er nogal wat onderzoek wordt gedaan naar de oorzaken van deze hersenziekte. Kenmerkend voor die aandoening, die effect heeft op het bewegingsapparaat, zouden de Lewylichaampjes zijn, die zich op diverse plaatsen van de hersens ophopen. Al tientallen jaren wordt aangenomen dat Parkinson wordt veroorzaakt door de ophoping van onoplosbare vezeltjes van alfa-synucleïne.
Nu lijken Nederlandse, Duitse en Zwitserse onderzoekers dat verhaal onderuit gehaald te hebben. Met behulp van de modernste elektronenmicroscopie konden ze aantonen dat die ophopingen voornamelijk bestaan uit membraanfragmenten en ander celmateriaal. “We hebben met licht- en elektronenmicroscopie hersenweefsel onderzocht van overleden Parkinson-patiënten”, zegt Henning Stahlberg van de Bazelse uni. “Die Lewylichaampjes bestaan voornamelijk uit membraanfragmenten van mitochondriën (krachtcentrales van de cel; as) en andere organellen en maar heel weinig eiwitvezeltjes. Dat kwam voor ons als een totale verrassing.”
Waar en in welke vorm alfa-synucleïne in die rommel verstopt is en hoe dat eiwit bijdraagt aan de vorming van de Lewylichaampjes kunnen de onderzoekers niet zeggen. Wel blijkt uit hun onderzoek dat er vragen gezet kunnen worden bij de rol die dat eiwit in de ziekte speelt. Ik vraag me dan af of alfa-synucleïne wel zo’n belangrijke rol bij de ziekte speelt als tot nu toe is aangenomen (maar wie ben ik? as)
Waarom nu pas?
De vraag is waarom het zo lang geduurd heeft tot onderzoekers tot deze ontdekking zijn gekomen. Stahlberg: “Dat heeft waarschijnlijk te maken met de monsterpreparatie en de elektronenmicroscopietechniek. De huidige techniek geeft een veel diepere inkijk in de structuren van menselijke hersens. De grote vraag is nu: Hoe draagt alfa-synucleïne bij aan de vorming van de Lewylichaampjes als dat niet in de vorm van fibrillen (vezeltjes; as) is.”
Het onderzoeksresultaat zet ook nieuwe vraagtekens bij de betekenis van de Lewylichaampjes in het ontstaan van de ziekte. Het lijkt er op of het onderzoek naar het ontstaan en de genezing van Parkinson weer terug bij af is. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Bron: Alpha Galileo