Mieren scheiden stoffen uit die antibiotische eigenschappen hebben, maar bacteriën op hun lijf en poten scheiden ook antibiotica-achtige stoffen uit. Die stoffen hebben een beschermende werking tegen plantenziektes. De onderzoekers hopen die antibiotica te vinden als biologische bestrijders van plantenziektes.
Mieren leven dicht bij elkaar in mierenhopen en zijn daardoor onderhevig aan allerlei ziekteverwekkers. Ze hebben hun echter hun eigen medicijnkastje bij zich. Die antibiotica produceren de mieren zelf, maar ze worden ook geholpen door hun microbioom op poten en lijf.
Eerder onderzoek had al aangetoond dat als je de houtmier in een appelboomgaard zet die bomen minder last hadden van twee ziektes: appelrot en –schurft. De onderzoekers doorworstelden de literatuur en vonden alles bijeen veertien bewijzen van de gunstige uitwerking van mieren op plantenziektes. “We weten niet hoe de mieren de planten genezen”, zegt Joachim Offenberg. “We weten wel dat mieren feromonen afscheiden om hun weg terug te vinden en we weten dat sommige daarvan antibiotische eigenschappen hebben. Het genezend effect voor planten zou van die feromonen kunnen komen.”
Biologisch alternatief
De onderzoekers hopen die mierantibiotica in de toekomst kunnen worden ingezet in de land- en tuinbouw als biologische alternatief voor de huidige bestrijdingsmiddelen en bij ziektes die resistent zijn geworden voor de gebruikte middelen.
Inmiddels hebben andere onderzoekers antibiotica in Afrikaanse mieren ontdekt die effectief zijn tegen multiresistente bacteriën als MRSA.
Bron: phys.org