“Deze zuigelingen vertoonden geen gebreken als microcefalie (te kleine hersens; as)”, zegt de Amerikaanse onderzoekster Sarah Mulkey. De gebreken, zoals het achterlopen in de ontwikkeling van beweging en sociaal gedrag, kwamen in hun eerste levensjaar aan het licht, terwijl hun hoofdomvang normaal bleef. Ongeveer eenderde van deze kinderen wier hoofd ultrasoon werd onderzocht gaven nietspecifieke beelden. Dat duidt op een verband tussen kleine hersenbeschadigingen en een aantasting van het neuromotorsysteem bij kinderen die in de baarmoeder zijn blootgesteld aan het zikavirus.”
De wetenschapsters onderzochten zwangere vrouwen in het Caraïbisch kustgebied van Colombia die waren blootgesteld aan het zikavirus en volgden die. De vrouwen werden tijdens hun zwangerschap onderzocht met magneetresonantie (mri) en ultrageluid. Ondanks de zika-besmettingen van hun moeders zagen 77 van de 82 kinderen er na geboorte normaal uit. Van 70 daarvan werd de ontwikkeling gevolgd.
Gemotiveerd
Tussen de vier en acht maanden en tussen de negen en achttien maanden werd de hersenontwikkeling en het functioneren van de kinderen gemeten met twee evaluatiesystemen. Het gaat dan om zaken als hoe beweegt de zuigeling zich, hoe gedraagt het zich in sociaal opzicht of hoe communiceert het kind. De moeders bleken erg gemotiveerd. Ruim 90% van de afspraken werden nagekomen, ook al moesten ze daarvoor soms uren met de bus.
Mulkey: “Normaal gaat de hersenontwikkeling van baby’s en peuters jaren door. Daarbij ontstaat een stevig neuraal netwerk dat ze later gebruiken voor complexe neurologische en verstandelijke functies als kinderen naar school gaan. Onze resultaten onderschrijven de aanbevelingen van de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten om kinderen die in de baarmoeder zijn blootgesteld aan het zikavirus lang te volgen, waardoor je de mogelijkheid krijgt vroegtijdig in te grijpen.”
Bron: EurekAlert