Het gaat om corbomycine en complestatine. Die stoffen hebben niet eerder ontdekte uitwerking op bacteriën: ze blokkeren de celwandfunctie van een bacterie. De stoffen behoren tot een groep verbindingen die wordt aangeduid met glycopeptiden. Die worden geproduceerd door bodembacteriën. De onderzoekers toonden bij muisjes aan dat de stoffen een besmetting met een multiresistente Staphylococcus aureus (MRSA) ongedaan konden maken. Die resistente bacteriën kunnen ernstige ontstekingen teweegbrengen.
“Bacteriën hebben een celwand die ze vormt en waarmee ze krachten uitoefenen”, zegt promovenda Beth Culp. “Antibiotica zoals penicilline doden bacteriën door die celwand af te breken, maar de antibiotica die wij vonden doen juist het tegenovergestelde: ze voorkomen dat de celwand wordt afgebroken. Daardoor kan de bacterie zich niet vermenigvuldigen. Als je die afbraak blokkeert is het net of die bacterie gevangen zit. Hij kan niet groeien of delen.”
Meer kandidaten
Het lijkt er op dat er in die glycopeptidegroep meer kandidaten zitten die kunnen dienen als. Met hulp van onderzoekers van de universiteit van Montréal kwamen Culp en de haren er achter hoe deze antiobiotica werken. “Die benadering kunnen we ook gebruiken bij andere antibiotica en die kan ons helpen nieuwe te vinden met een andere werkwijzen. We vonden bij dit onderzoek een antibioticum dat werkte volgens een totaal ander mechanisme. Later ontdekten we er meer in dezelfde familie.” Wordt waarschijnlijk vervolgd.
Bron: EurekAlert