De onderzoekers gebruikten een nieuwe methode om aan de hand van plantenresten de concentratie van de laatste 23 miljoen jaar te berekenen. In die periode lag de concentratie tussen de 230 en 350 dpm.
Als planten groeien dan nemen ze kooldoxide uit de atmosfeer op. De onderzoekers hebben aannemelijk gemaakt dat de verhouding van twee stabiele koolstofisotopen, 12C en 13C, verandert in reactie op de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer. Dat hebben ze kennelijk tot 23 miljoen jaar geleden kunnen doen.
Uit hun berekeningen kwam een tijdlijn tevoorschijn zonder opzienbarende fluctuaties die te vergelijken zijn met die we nu meemaken door ons eigen toedoen. Die stijging schijnt uniek te zijn in de recente geologische geschiedenis (in geologie is recent een rekbaar begrip).
Ook ontdekten ze dat grote evolutionaire veranderingen in die 23 miljoen jaar niet samenvielen met grote veranderingen in de kooldioxideconcentratie. Waarschijnlijk zijn ecosystemen en de temperatuur gevoeliger voor kleinere veranderingen in CO2 dan tot nu toe gedacht, speculeren de onderzoekers.
Milde stijgingen
Zo kenden de warmteperioden in het Plioceen (vijf- tot driemiljoen jaar geleden) en in het Mioceen (17 tot 15 miljoen jaar geleden), die vaak worden vergeleken met de huidige klimaatverandering, maar een lichte stijging in de kooldioxideconcentratie van de atmosfeer, zo stellen de onderzoekers. De betrouwbaarheid van hun berekeningen is overigens slechts 68%. Dus we kunnen nog een slag om de arm houden, maar de huidige aardopwarming en vooral kooldioxidestijging is zonder weerga (de laatste 23 miljoen jaar).
Bronnen: Futura-Sciences, Science Daily