De zeebodemmonsters in de loop van zo’n tien jaar verzameld in een deel van de Stille Oceaan met de minste voedingsstoffen voor het leven daar ter plekke. “We vroegen ons af of er in die voedselarme contreien leven mogelijk was of dat dat daar niet voorkomt”, zegt Yuki Morono van het Japanse instituut voor zeeonderzoek JAMSTEC (de Engelse afko). “En we vroegen ons af hoe lang micro-organismen het uithouden in die voedselarme gebieden.”
De zeebodem bestaat uit sedimentlagen die gevormd worden door ‘zeesneeuw’ (organisch afval dat voortdurend naar de bodem zakt), stof en en deeltjes die aangevoerd worden door wind en zeestromen. Micro-organismen komen daar in terecht.
Met het boorschip JOIDES Resolution werden monsters genomen tot 100 m diep in de zeebodem, zo’n 6000 m onder het zeeoppervlak. De onderzoekers vonden in al die boorkernen zuurstof. Dat maakt het leven mogelijk voor aerobe micro-organismen miljoenen jaren te overleven.
Tot leven gewekt
Het lukte de onderzoekers om die micro-organismen weer (?; as) tot leven te wekken. Waarheidsgetrouwer is te vertellen dat die ‘stokoude’ beestjes het daar overleefd hebben. Ze groeiden en deelden zich, als ze voorzien werden van de juiste voedingsstoffen.
“We wisten dat er diep in het sediment leven was tussen al dat organische afval (was dat nou niet juist de onderzoeksvraag?; as)”, zegt medeonderzoeker Steven D’Hondt van de universiteit van Rhode Island (VS). “We vonden echter dat het leven in de zeebodem zelfs voorkomt tot de onderliggende rotslaag.”
Morono was aanvankelijk skeptisch. “We vonden echter dat 99,1% van de micro-organismen die daar 101,5 miljoen jaar geleden terecht waren gekomen nog steeds leefden.” Volgens de Japanse onderzoeker is het leven in de zeebodem erg traag in vergelijking met het leven daarboven en daardoor ook de evolutionaire ontwikkeling. “We willen weten hoe deze oude microben zich ontwikkelden. Dit onderzoek toont aan dat de zeebodem een prima locatie is om de grenzen van het leven op aarde te onderzoeken.”
Die grenzen zijn ruimer dan gedacht. Zelfs in lagen met de minste voedingsstoffen vonden de onderzoekers nog levende organismen.
Bron: EurekAlert