Wij raken gewend aan de interactie met met zogenaamde ‘slimme’ systemen. Wij halen robotstofzuigers onze huiskamers binnen en vragen Siri, Alexa of Google ons te helpen met de navigatie als wij met de auto onderweg zijn. Robothonden, zoals de Sony Aibo, worden ingezet bij de zorg voor dementiepatiënten. Deze ontwikkelingen zijn nu al zichtbaar. De samenleving vertrouwt steeds meer op deze ‘slimme’ systemen (helaas).
In het kader van het SIENNA-project van de EU is er onderzoek gedaan onder 11 000 volwassenen uit Duitsland, Griekenland, Nederland, Polen, Spanje, Zweden, Brazilië, Zuid-Afrika, Zuid-Korea en de Verenigde Staten over hun houding tegenover deze nieuwe technologieën. In alle landen waar het onderzoek is gedaan verwachten de ondervraagden een snelle ontwikkeling van ‘slimme’ apparaten die moet leiden tot begrip en communicatie op menselijk niveau. Hun verwachting is dat dit de samenleving zal veranderen.
Het bleek dat 80% van de ondervraagden van mening was dat ki en snelle ontwikkelingen bij robots in de komende 20 jaar hun land sterk zullen veranderen. Minder dan de helft (46%) was positief gestemd over de gevolgen die deze apparaten op hun land kunnen hebben, een derde (30%) was zelfs negatief gestemd. De Nederlanders en Zuid-Koreanen hadden de meest positieve houding (respectievelijk 61% en 55%), terwijl de Fransen het minst positief waren (31%). Meer dan de helft van de ondervraagden (55%) was van mening dat zij door deze technologieën minder greep zouden krijgen op hun eigen leven. Slechts 13% dacht dat zij meer greep zouden krijgen.
Robotica
Wat betreft de robotica geeft meer dan de helft van de ondervraagden (52%) aan dat zij niet wilden dat robots op hun werkplek of in de publieke ruimte er uitzien en zich gedragen als mensen. Minder dan een derde (29%) verklaarde dat zij er geen probleem mee zouden hebben als robots er als mensen uitzien en zich zo gedragen. De Zuid-Koreanen gaven blijk van de grootste mate van acceptatie (52%), de Fransen daarentegen opnieuw van de minste mate (17%).
Opvallend was dat 72% van de ondervraagden verklaarden dat zij afwijzend stonden tegenover het idee van een robot als romantische partner. Zes van de tien deelnemers verklaarden dat zij het idee van robots als romantische partners absoluut van de hand wezen. In geen van de landen vond meer dan een derde van de deelnemers dit idee acceptabel.
“De meeste mensen staan open voor robots en kunstmatige intelligentie, maar zij staan afwijzend tegenover robots met menselijke trekken”, zegt Philip Brey, hoogleraar voor wetenschapsfilosofie aan de Universiteit Twente en coördinator van het SIENNA-project. “Wij weten dat de interactie met machines enorme voordelen kan bieden, maar door de toenemende afhankelijkheid van technologie kunnen wij ook een deel van onze autonomie kwijtraken. Tenzij iedereen in gelijke mate toegang heeft tot technologie, lopen wij het risico een samenleving op te bouwen waarin ongelijkheid heerst.”
Volgens Brey hebben de uitkomsten van het onderzoek duidelijk aangetoond dat mensen van mening zijn dat een grotere mate van ongelijkheid één van de gevaren is bij deze verandering van de samenleving met als gevolg dat de individuele autonomie in gevaar komt. Hij stelt overigens met nadruk dat het wel om een momentopname gaat.
Bron: Alpha Galileo