Het afweersysteem, ik kan niet moe worden het te herhalen, is een wonderbaarlijk (en) vernuftig systeem, ook al zitten er wel wat minder sterke kantjes aan. Op alle mogelijke manieren rukken afweercellen uit om de vijand te bestrijden. Sommige, zo blijkt, deinzen er niet voor terug zich een weg naar die vijand te banen, daarbij meteen de weg voor collegacellen vrij te maken.
In ons lichaam en in andere organismen ontsporen er voortdurend cellen. Die horen een pijnloze dood te sterven en opgeruimd te worden. Ook daarin speelt het afweersysteem een rol. Als dat niet (goed) gebeurt kunnen er nare ziektes de kop opsteken waarvan kanker niet de minste is.
In dat verhaal spelen de giftige (cytotoxische) T-cellen (CD8+-cellen) een wezenlijke rol. Die houden op hun ‘patrouilles’ de toestand van de cellen in de gaten en schromen niet die te doden als ze een gevaar voor het organisme dreigen te worden. Om die in potentie gevaarlijke eigen cellen te vinden moeten zich door het complexe medium voortbewegen dat weefsel wordt genoemd. Dat bestaat voor een niet gering deel uit de extracellulaire matrix, het weefsel buiten de cellen. Die bestaat weer voor een belangrijk deel uit collageen. een soort lijflijm. Bij verschillende kankers wordt dat extracellulaire collageen hard en hecht.
Heiko Rieger van de universiteit van Saarland en collega’s hebben de bewegingen van die giftige T-cellen eens wat beter bestudeerd. “Dat was nog niet goed gedaan. Om de bewegingen van die T-cellen maar ook hun zoekstrategie in de extracellulaire matrix te leren kennen is van het grootste belang. Die kennis zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot nieuwe therapieën om uitzaaiing bij kanker te voorkomen.”
Drie gangen
Om dat te kunnen onderzoeken bouwden de onderzoekers die extracellulaire matrix na van rundercollageen waar ze vervolgens cytotoxische T-cellen van mensen op loslieten en die vervolgens via de microscoop volgden.
De afweercellen bleken drie gangen te kennen: langzaam, snel en gemengd. Daartussen kunnen ze, net als paarden, afwisselen (stap, galop en draf).
Die trage gang zou wel eens kunnen betekenen dat ze een gang in de extracellulaire matrix moesten graven, vermoedden de onderzoekers. Dat bleek ook zo te zijn. Andere afweercellen maakten van die gangen (in de zin van tunnels) gebruik en wel heel snel.
De onderzoekers zagen in die bewegingen en strategieën enige gelijkenis met militaire tactieken, waarbij de giftige T-cellen letterlijk de wegbereiders zijn voor de later komende hoofdmacht. Ook natuurlijke dodercellen schijnen een dergelijke tactiek te hanteren. Rieger: “Dat wijst op een gemeenschappelijk mechanisme van beide celtypen door het collageen.”
De onderzoekers willen nu zien of die strategie/tactiek om in dat collageenmoeras naar cellen te zoeken ook de slachtkracht van de cytotoxische T-cellen verbetert. Daarnaast willen ze de invloed van de cellen op die extracellulaire matrix op de lange duur onderzoeken. Rieger: “Onze resultaten duiden er op dat een verandering in het weefsel gevolgen heeft voor de effectiviteit van de afweerreactie.” Dat zou bij de bestrijding van kanker van pas kunnen komen, stelt hij.
Bron: bdw