Nog steeds worden er veel proefdieren gebruikt door wetenschappers, ondanks pogingen om op andere manieren om, vooral, kandidaat-geneesmiddelen en -therapieën te testen vooraleer die op mensen worden uitgeprobeerd. De voornaamste slachtoffers zijn muisjes, zo’n 95 tot 99% van alle proefdieren in wetenschappelijk onderzoek. Volgens recent onderzoek gaan er in de VS in wetenschappelijk onderzoek jaarlijks zo’n 111,5 miljoen ratten en muisjes aan. Dat aantal proefdieren wordt overigens in de VS niet bijgehouden. Ze schijnen alleen volgens een wet niet gepijnigd te mogen worden.
Larry Carbone van de universiteit van Californië in San Francisco ging uit van het aantal proefdieren dat valt onder die dierenwelzijnswet (AWA) in 2017, 2018. Dat waren er zo’n 780 000. Al extrapolerend kwam hij op die ruim 111 mln proefdieren.
Die schatting werd onmiddellijk becommentarieerd door Speaking of Research, een organisatie die zich inzet voor het welzijn van proefdieren in wetenschappelijk onderzoek. Die komt met een ruwe schatting op een aantal tussen de 10 en 25 miljoen. Volgens een onderzoek uit 2015 zouden er in de hele wereld zo’n 191 miljoen proefdieren per jaar het leven laten in dienst van de wetenschap, een groei van 37% in tien jaar. In dat zelfde jaar constateerde Peta een toename van 73% aan proefdierverbruik in vijftien jaar door laboratoria die worden betaald met publiek geld.
Alternatieven
Het lijkt er dus niet erg op dat het gebruik van proefdieren afneemt door alternatieven zoals celkweekonderzoek of onderzoek aan gekweekte orgaantjes. De recente wereldwijde wedloop op zoek naar een effectief vaccin tegen de coronaziekte heeft heel wat dierenlevens gekost. Alle vaccins, ook de niet geslaagde, zijn eerst op dieren (vooral muisjes, dus) uitgeprobeerd alvorens ze op mensen te testen.
Bron: Futura-Sciences