Mark Lynas had in 2007 al een boek “Zes graden” geschreven, maar dat heb ik gemist. Hij vond dat hij in dat boek nog te optimistisch was geweest en besloot een geheel herziene versie te schrijven op basis van nieuw onderzoek. In het Nederlands kwam dat vorig jaar uit bij uitgeverij Jan van Arkel en ik zal maar meteen verklappen dat het je niet blij maakt. Ergens oppert hij in dat boek dat klimaatmodellen er goed aan zouden doen de menselijke achterlijkheid mee te nemen.
Lynas behandelt het klimaatprobleem per graad opwarming, waarbij we moeten beseffen dat we de 1°C-grens al zijn gepasseerd (vergeleken met het voorindustriële tijdperk van rond 1850). Hoe verder hij komt hoe groter de problemen, waarbij allerlei dingen misgaan en steeds grotere delen van de wereld onbewoonbaar worden, wegens zeespiegelstijging, extreme warmtes, verwoestende stormen, smeltend ijs, ontdooiende permafrost en mislukkende oogsten.
Na 3°C-opwarming denk je dat hij zijn wel boek kan afsluiten. Veel erger kan het niet. Wat een ellende roepen we over ons af en hoe weinig doen we er aan om die ellende te keren (nog een geluk dat die idioot Trump in de VS weg is). “Bij de 4°C-opwarming krijgt de samenleving gigantische klappen te verwerken waardoor de moderne industriële beschaving als zodanig in het gedrang komt of zelfs instort als gevolg van massale hongersnood, overstromingen en het verlies van grote delen van de tropen en subtropen ten gevolge van extreme hitte en droogte”, schrijft hij.
Toch geeft hij ook een idee hoe de aarde er uit zou zien als de wereld 5°C en zelfs 6°C zou opwarmen, waarbij hij verbaasd stelt dat naar die mogelijkheid weinig onderzoek is gedaan terwijl hij die opwarming tegen het eind van deze eeuw zeker niet uitsluit. Hij vergelijkt die mogelijkheden met situaties die gedurende het ‘leven’ van de aarde zijn voorgekomen. In het Paleoceen-Eoceen thermisch maximum, zo’n 56 miljoen jaar geleden, bedroeg de CO2-concentratie in de atmosfeer tussen de 1000 en 2000 delen per miljoen (nu zo’n 400). De temperatuur was zo’n 5°C tot 9°C hoger dan nu, met zeewatertemperaturen rond de (ijsvrije) Noordpool van 23°C die nu normaal is in de Middellandse Zee.
Die opwarming heeft echter duizenden jaren geduurd. Nu gebeurt dat in het tijdsbestek van zo’n anderhalve eeuw. “Dat is nooit eerder vertoond sinds er complex leven op aarde is. Ons experiment met onze planeet is echt een primeur”, schrijft hij cynisch.
Inactiviteit
Af en toe deelt Lynas speldenprikjes uit naar de mens of, beter, naar diens inactiviteit (in het algemeen gesproken). “Elk beetje koolstof erbij duwt ons dichter naar de binnenste rand van de bewoonbare zone van het zonnestelsel. Sta daar eens bij stil elke keer dat je je auto start of het vliegtuig neemt.” Hij stelt dat door te weigeren daar iets (fundamenteels) aan te doen we, de mensen dus, meewerken aan het in gevaar brengen van de eigen soort, maar uiteindelijk misschien wel van de hele planeet. Daarbij filosofeert hij over de planeet Venus die ooit bewoonbaar zou zijn geweest, maar nu temperaturen kent van zo’n 460°C en waarbij het meeste water naar de ruimte is verdwenen.
Nee, Lynas’ boek is niet om vrolijk van te worden. Hij ziet niets in geotechnische ‘oplossingen’ van het klimaatprobleem zoals ‘luchtspiegels’ of het in de atmosfeer brengen van sulfaatdeeltjes. “Dat is het ultieme pact met de duivel”, schrijft hij, maar zegt er ook bij dat die mening niet gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek.
We zouden in overkoepelde, geklimatiseerde ruimtes kunnen gaan leven zoals op Mars voorzien, waar we ons eigen voedsel verbouwen zoiets als in het Biosphere-experiment (dat overigens een mislukking is geworden). Maar voor tienmiljard mensen? Dat leidt volgens hem tot klimaatapartheid (die nu eigenlijk al bestaat: Afrika lijdt het meest onder opwarming en heeft daar het minst aan bijgedragen). “Dat zijn sf-fantasieën die we voor Venus hebben bedacht. Nu halen we Venus hierheen.”
Toch wil hij niet pessimistisch eindigen. Hij zegt te blijven strijden voor een bewoonbare wereld en elke graad minder opwarming is meegenomen. “Indien nodig zal ik nog jaren, decennia doorvechten, met eindeloze vastberadenheid en onbegrensde liefde, totdat de temperatuur niet meer stijgt en onze kinderen een toekomst hebben.” Aanbevolen literatuur voor Rutte en consorten.
Zes graden, Mark Lynas, Uitgeverij Jan van Arkel (ISBN 978-90-6224-061-6)