Als je iemand voor Neanderthaler uitmaakt is dat niet vleiend bedoeld. Toch lijkt het er op dat Neanderthalers toch meer mens waren dan ze altijd zijn afgeschilderd. Het lijkt er zelfs op dat ze ook konden spreken, althans dat doet modellering van hun gehoorsysteem vermoeden. Net zoals het gehoorsysteem van de moderne mens zou dat ook op het waarnemen van typische spraakfrequenties zijn ingesteld. Daarin zou dat anders zijn geweest als het gehoorsysteem van andere mensachtigen.
Domme grommers zouden het zijn geweest en het was dan ook niet verwonderlijk dat die zich snel door hun kienere soortgenoten hadden laten verdringen.
Dat beeld raakt steeds meer aan het wankelen. Neanderthalers leken veel meer om de homo sapiens dan we tot nu toe aannamen. Ze zouden ze werktuigen hebben gemaakt en gebruikt, ze kenden het fenomeen sieraad en maakten zelfs kunst. Ze zouden alleen minder goed hebben kunnen communiceren.
Was dat ook zo? Dat is lang de vraag geweest, stelt Juan Luis Arsuaga. Hoe hun spraak geklonken kan hebben is natuurlijk reine speculatie, maar aan de hand van anatomische kenmerken valt wel het een en ander te leren. Van eerdere mensachtigen leek het twijfelachtig of die een taal als communicatiemiddel gebruikten (de vraag is natuurlijke wanneer een reeks geluiden taal wordt).
Arsuaga en collega’s hebben dat nu ook bij schedels van Neanderthalers onderzocht. Daarbij reconstrueerde ze het gehoorsysteem van onze ‘neef’ met behulp van computertomografie en ook dat van de moderne mens. De gegevens die ze verkregen uit die ruimtelijke modellen lieten ze beoordelen door een rekenmodel dat speciaal ontwikkeld is voor het gehoorsysteem. Dat maakt het mogelijk iets te zeggen over de geluidsoverdracht via buiten- en middenoor en over de gehoorfrequenties.
Overeenkomstig
Het resultaat is al verklapt: de gehoorsystemen waren overeenkomstig wat betreft de frequentiebandbreedte met een verhoogde gevoeligheid voor frequenties tussen 3,5 en 5 kHz, het bereik voor informatieoverdracht via geluid (dat schijnt vooral van belang te zijn voor medeklinkers). Daarmee konden Neanderthalers (net als de moderne mens) een groot aantal onderscheidbare geluidssignalen waarnemen. “Dat duidt er op dat de Neanderthalers een communicatiesysteem hadden dat net zo complex en doelmatig was als de spraak van de moderne mens”, zegt hoofdonderzoekster Mercedes Conde-Valverde.
Opmerkelijk is dat het gehoorsysteem van de voorouders van de Neanderthalers niet zo verfijnd was. Dat zou betekenen dat zich dat in de loop van de evolutie zou hebben aangepast waardoor spraakcommunicatie mogelijk zou zijn geworden. Het zou ook een parallelle ontwikkeling bij de moderne mens en de Neanderthalers kunnen zijn geweest. Zowel Neanderthalers als de homo sapiens zouden gemeenschappelijke voorouders hebben en zijn geëvolueerd tot twee mensensoorten.
De onderzoekers erkennen dat de bewijzen voor de spraakcommunicatie bij Neanderthalers alleen indirect zijn. Dat ze spraak konden hanteren wil nog niet meteen zeggen dat ze dat ook deden, maar andere vondsten maken die aanname steeds plausibeler.
Bron: bdw