Het ziet er naar uit dat we alles dat we tot nu toe gedaan heb door een andere bril moeten bekijken met het oog op de klimaatverandering. Het lijkt er op dat het ploegen van akkerland alvorens opnieuw in te zaaien veel kooldioxide in de atmosfeer brengt, terwijl dat volgens onderzoek helemaal niet nodig is. De opbrengst zou zonder ploegen niet kleiner zijn dan met. Om ervoor te zorgen dat de opslag van kooldioxide ook duurzaam is (en niet alsnog verdwijnt) moet de teelt worden afgewisseld met andere gewassen als gras of klaver. De door de onderzoeksters gebruikte onkruiddoder kan echter problematisch worden.
De bodem is een immense opslagplaats voor koolstof. Daarin bevindt zich dubbel zoveel als in de atmosfeer, zijn de schattingen, maar de bodem kan ook een bron van broeikasgassen als kooldioxide en methaan worden als producten van het rottingsproces van organisch materiaal in die bodem. Dat proces kan door ploegen versterkt worden.
Een mogelijkheid is dan direct zaaien, waarbij direct in het ongeploegde land wordt gezaaid. De achtergebleven wortels en plantenresten zorgen voor humusvorming en daarmee het ‘vastleggen’ van koolstof. Onderzoeksters rond Inger Struck van de Christian Albrechts-universiteit in Kiel hebben eens bekeken wat dat voor de oogst betekent. Ze vergeleken het direct zaaien van maïs en het op klassieke manier zaaien van maïs (na ploegen, dus). Ze kozen daarvoor een zandige leembodem in Sleeswijk-Holstein vanwege de vruchtbare bodem.
Tien jaar daarvoor was dat grasland met kruidachtige planten, waardoor er voldoende koolstof in de bodem zou zitten. Vooraf werd de proefakker degelijk besproeid met een onkruidbestrijder. Daar werd de maïs direct of na ploegen ingezaaid. In de twee daaropvolgende jaren bekeken de onderzoeksters wat de resultaten waren in opbrengst en de hoeveelheid koolstof in de bodem. Aan de hand van de meetgegevens modelleerden ze de langetermijneffecten van de bodemkoolstof.
57%
Ongeploegd bleek de akker 57% minder kooldioxide per hectare uit te stoten. De meeste uitstoot is afkomstig van de afbraak van plantenresten, maar in de ongeploegde akker blijft duidelijk meer in de bodem zitten. De onderzoeksters achten direct zaaien dan ook een goede mogelijkheid om de broeikasgasuitstoot in de akkerbouw te verminderen.
De oogst was vergelijkbaar, vooropgesteld dat er genoeg voedingsstoffen in de bodem zaten. Het watergehalte in de bodem was zonder ploegen het hele jaar door stabieler dan met ploegen. Dat zou, denken de onderzoeksters, kunnen komen door een betere bodemstructuur in vergelijking met de geploegde akkers. Dat zou in de toekomst met een opwarmende aarde een voordeel kunnen zijn. Er wordt dan verwacht dat er in Sleeswijk-Holstein, pal ten zuiden van Denemarken, minder neerslag zal vallen.
De onderzoeksters waarschuwen wel dat dat positieve resultaat teniet zal worden gedaan door op datzelfde veld steeds maar weer maïs te zaaien. In vergelijking met grasland wordt op een maïsakker duidelijk minder koolstof opgeslagen, rolde uit hun rekenmodel. Om het humusgehalte op peil te houden moet de teeltwijze nog worden verbeterd. Zo zou maïs moeten worden afgewisseld met gras en klaver, bijvoorbeeld, terwijl de akkers dan niet bewerkt worden. Een of twee jaar gras of klaver ter afwisseling zou de bodem drie ton per jaar per hectare meer aan koolstof opslaan, stellen de onderzoeksters, die ongeploegd ook langer in de bodem blijft.
“De resultaten geven aan dat dit een veelbelovende optie is”, stelt medeonderzoeker Thorsten Reinsch. “De combinatie van gras, klaver en maïs of een ander gewas kan leiden tot een hoog humusgehalte in de bodem.” Daardoor worden niet alleen klimaat en opbrengst ‘gediend’ maar ook de waterhuishouding. Het vervelende van dit onderzoek is alleen dat de onderzoeksters als onkruidbestrijder (grasdoder) glyfosaat dat op de nominatie staat om verboden te worden. Gras laat zich moeilijk met niet-chemische middelen verwijderen, stellen ze. De onderzoeksters hopen op deugdelijke alternatieven.
Bron: bdw