Onderzoekers van de universiteit van Göttingen (D) hebben aanwijzingen gevonden dat de longflora, de micro-organismen in de longen, invloed hebben op de activiteit van de microgliacellen in de hersens.
Ontstekingen in de longen en roken vormen risicofactoren voor multiple sclerose (MS), een autoimmuunziekte waarbij de myelinelaag rond zenuwen wordt aangetast en waar ‘afwijkend’ gedrag van T-cellen een rol in spelen. Tevens dienen de longen als ‘schuilplaats’ voor de ziekmakende T-cellen die daar kunnen rijpen tot effector-T-cellen. Hoe het komt dat de longen zo’n prominente rol spelen bij een autoimmuunziekte in het centraal zenuwstelsel is niet bekend, maar er blijkt een nauw verband te bestaan tussen de longflora en de afweerreactie in hersens en ruggenmerg.
De onderzoekers ontdekten dat een verstoring van de longflora proefdieren (ratten) gevoeliger maakte voor een autoimmuunziekte van het centrale zenuwstelsel. Ze veranderden de samenstelling van de longflora met behulp van neomycine, een antibioticum, waardoor er vooral bacteriestammen overbleven die lipopolysacchariden (vetsuikers) produceren. Dat veroorzaakte bij de microgliacellen in de hersens een toestand van ‘op-de-plaats-rust’. Het onderdrukken van lipopolysaccharide-producerende longbacteriën met polymyxine B leidde tot verergering van de ziekte, terwijl toevoeging van lipopolysaccharideproducerende bacteriestammen of lipopolysacchariden het neomycine-effect herstelde. Dat zou aantonen dat er een connectie is tussen het longmicrobioom en het afweersysteem van het centrale zenuwstelsel.
Bron: Nature