Landbouw-voertuigen hebben de neiging steeds zwaarder te worden. Daarmee zouden ze de voedsel-voorziening in Amerika, Europa en Australië in gevaar brengen, stellen onderzoekers uit Zweden en Zwitserland. Die zware voertuigen zorgen voor een verdichting van de bodem en dat zou slecht zijn voor de opbrengst. Met speciale banden is de bovenlaag nog wel los te houden, maar dat geldt niet voor de laag daaronder, aldus zou zijn gebleken uit het onderzoek.
Oogstmachines kunnen gauw zo’n vier ton wegen, maar dan hebben we het over eind jaren ’50. Tegenwoordig kruipen er monsters van 36 ton over de velden. De onderzoekers, Thomas Keller van de Zweedse landbouwhogeschool en Agriscope in Zwitserland en Dani Or van de ETH in Zürich, constateerden dat de gevolgen van die steeds zwaardere voertuigen en machines op de toplaag vrij gering is geweest doordat steeds grotere banden werden gebruikt. In de diepere lagen was de bodem echter stevig ‘ingedikt’ tot waarden die een gevaar zouden kunnen opleveren voor de voedselproductie. Die ‘indikking’ heeft ook gevolgen voor de waterhuishouding en andere ‘diensten’ van het ecosysteem, zo stellen de onderzoekers.
“De indikking van die onderlaag door landbouwvoertuigen is een ernstig probleem” stelt Keller. “Als de bodem eenmaal compacter is geworden betekent dat decennia lang schade. Dat zou een oorzaak kunnen zijn dat de opbrengst niet langer meer toeneemt en waarom we nu meer overstromingen zien dan eerder.”
Het risico op ongewenste indikking van de onderlaag in Afrika en Azië is minder groot vanwege de gelukzalige voorsprong van de minder sterk doorgevoerde mechanisering daar van de landbouw. Keller: “Als de mechanisering daar ook doorzet zullen deze problemen ook door ontstaan.”
Fabrikanten
Fabrikanten van landbouwmachines en -voertuigen zullen, vinden de onderzoekers, meer aandacht moeten besteden aan dit probleem. “De belasting per wiel zal omlaag moeten”, zegt de onderzoeker. “Hoe zwaarder het voertuig of de machine hoe slechter voor de onderbodem.”
De zwaarste machines hebben inmiddels een gewicht bereikt dat bepaalde dinosauriërs (Sauropoda) zouden hebben gehad. Die zouden een soortgelijke schade hebben aangericht, denken de onderzoekers. Dat heeft, volgens Keller, nog niemand zich ooit afgevraagd.
Net als mensen moesten Sauropoda het hebben van de vruchten van de bodem. De onderzoekers denken dat die dieren de pijn verdeelden door te trekken. Mogelijk hadden ze trekroutes en begraasden ze vandaar de omgeving. Misschien een ideetje voor de fabrikanten van die landbouwmachientjes?
Bron: Alpha Galileo