John Naughton is hoogleraar aan de Open Universiteit in Engeland en medewerker van the Guardian. Hij houdt zich bezig met wat het publiek begrijpt/moet begrijpen van techniek. Hij vindt dat er op het gebied van kunstmatige intelligentie een hoop gebakken lucht en andere onzin wordt verkocht, vooral door de techbedrijven die zich daar mee bezighouden: “Machineleren is problematisch. Daarom noemen techbazen die ‘AI’.”Naughton begint deze bijdrage met de geweldige schrijver van 1984 (geschreven in 1948): George Orwell. Daarbij vindt hij vooral het opstel van hem, Politics and the English Language, uiterst nuttig. Dat is een verhaal over de ‘verschemering’ van taal, praten over vrede als je oorlog bedoelt over vriendelijk waar je kwaad(aardig) hoort te horen. “Je maakt dat leugens klinken als waarheid, moord respectabel wordt en geeft wind een uiterlijk van vastheid”, legt de schrijver uit. De taal met de dubbele bodem: dubbelspraak (in Nederlandse vertaling) genoemd.
De hoogleraar past die truc toe op het ki-terrein (e.o.). Volgens hem hebben de techbedrijven de door Orwell beschreven techniek toegepast. Zo betekent ‘delen’ op internet dat je erin toestemt op het wereldwijde web een vet dataspoor achterlaat. ‘Toestemmen’ betekent: slikken of stikken. ‘Moderatie’ is een ander woord voor censuur, zegt Naughton.
In de ki zou die techniek volgens hem tot een kunst verheven zijn en ki lijkt, zeker in de wetenschappelijke wereld, steeds onomkoombaarder. De OESO definieert ki als ‘het vermogen van computers en andere machines intelligent gedrag te vertonen of te simuleren; het veld dat zich daarmee bezighoudt’. In het Engels schijnt AI geen afkorting meer van artifical intelligence te zijn, maar een bezigheid waar de techbedrijven zich druk om maken. Die scheiding zou in de jaren ’60 al zijn begonnen Volgens de hoogleraar zou AI ‘zelflerende systemen’ moeten heten (machine learning in het Engels).
Superintelligent
De superintelligente machines van Alan Turing hebben volgens N. niks met AI (dat is dus tech-ki) te maken. Die AI, duur aan energie, is soms goed in het oplossen van nauw begrensde problemen zoals het spelen van een spelletje go, maar daar is het de techbedrijven volgens Naughton niet om te doen. Die zoeken een machine die (nog) meer wringt uit de grote hoeveelheid gegevens die die bedrijven dag in dag uit van jou en je buurvrouw verzamelen. Daarom hebben de Googles, Facebooken en Twitters het over ‘AI is overal’, stelt de hoogleraar.
Er heerst hier veel duisternis, niet op de laatste plaats over hoe die systemen aan hun conclusies komen. Hoe kun je die verantwoording laten afleggen? Die ongerijmd- , onzeker- en onduidelijkheden zouden de techbedrijven tot verdoezeling, het inpakken van dit product gebracht met een naam die meer en groter suggereert of zoals Orwell zou zeggen: een wind met een uiterlijk van vastheid. En dat louter en alleen gericht op de pecunia, aldus de hoogleraar.
Bron: the Guardian