Er zou een vorm van leven ontdekt zijn die nog nergens te vinden is op de stamboom van leven. Het zijn een soort jagende micro-organismen, volgens de ontdekkers micobiële leeuwen. Ze hebben als groep de naam Provora gekregen.
Die Provora zouden een grote verscheidenheid hebben en over de hele wereld voorkomen. De vraag is dan natuurlijk hoe het komt dat die ‘beestjes’ nooit zijn waargenomen. Ze komen weliswaar overal voor maar kennelijk alleen in kleine hoeveelheden. Volgens Denis Tchonenkov van het Papanininstituut
in Rusland, een van de ontdekkers, komt dat door die kleine aantallen. “Als een buitenaardse monsters van leven in de Serengeti zouden hebben genomen, zouden ze veel planten ontdekken, misschien een gazelle, maar geen leeuw.” Roofdieren komen vaak het minst vaak voor in een ecosysteem, hoewel hun belang daarin groot is.
Waar lijken die minuscule ‘leeuwen’ op? De eencelligen werden gevonden in zeewatermonsters en verslonden andere micro-organismen. De onderzoekers hebben de ‘leeuwtjes’ gekweekt om hun erfgoed uit te kunnen lezen (???;as). Daarbij deden ze hun opzienbarende ontdekking, althans zo ziet die er nu uit.
Groepen
Het leven is opgedeeld verschillende groepen, taxons in vaktaal. Daarin worden levende organismen ingedeeld op basis van overeenkomsten, op verschillende niveaus. Zo heb je dieren, planten en schimmels. Dat zijn organismen die uit cellen met een kern bestaan (eukaryoten). Dan heb je de prokaryoten, meestal (of altijd? as) eencelligen: bacteriën en archaea. Fylogenetisch staan die ver af van de dieren en schimmels, maar kennelijk ook van de Provora.
De onderzoekers hebben zo’n tien van die pas ontdekte micro-organismen beschreven. Ze hebben anders dan bacteriën en archaea een celkern en zijn dus eukaryoten. Ze hebben twee zweepstaartjes die ze gebruiken om zich te bewegen. Ze hebben een ‘mond’ om hun prooien mee te verslinden, een nogal ingewikkeld ‘orgaan’.
Twee ‘nieuwe’ soortgenoten worden door de auteurs ingedeeld op basis van hun omgang met de prooien: Nebulidia zijn de Provora die hun prooi volledig verzwelgen voordat ze die verteren en Nibbleridia vallen liever aan met een doorn en knabbelen aan hun prooi. Dit gedrag toont ook aan dat kleine micro-organismen ook grotere kunnen verslinden, wat gewoonlijk niet wordt overwogen bij de reconstructie van microbiële voedselketens.
Bron: Futura-Sciences