Uit genetisch onderzoek bij meer dan 6000 gezinnen ontdekten onderzoekers in de VS dat autisme bij de kinderen vaker te maken heeft met het erfgoed van de vader dan van de moeder.
Waarom iemand autistisch is is nog steeds niet bekend, maar sedert 2003 zijn er wel een paar ‘verdachte’ genen achterhaald die met die ziekte in verband zouden staan. Nu blijkt dat de ‘autismegenen’ van de vader vaker bepalen of een kind autistisch wordt dan die van de moeder. Er werden alleen gezinnen onderzocht waar ten minste twee kinderen autistisch waren, want in gezinnen met maar een autistisch kind deelden die minder het genoom van hun vader.
De inmiddels ontdekte ‘autismegenen’ verklaren voor 60% de kans om autisme te krijgen/ hebben. Aangezien dus nog steeds niet duidelijk is hoe de ziekte wordt overgedragen komen de onderzoekers met twee hypotheses. “Bepaalde vaders kunnen dragers zijn van beschermende mutaties die niet worden doorgegeven aan het nageslacht ofwel vaders geven mutaties door die effect hebben op het afweersysteem van de moeder zodat dat de vrucht in ontwikkeling aanvalt”, speculeren de onderzoekers. De onderzoekers vragen zich af of deze genetische ‘regels’ ook gelden voor andere neurologische ziektes zoals schizofrenie.

Bron: Futura-Sciences