Glyfosaat nog steeds verre van koosjer

klauwkikkervisjes

Kikkerembryo’s die werden blootgesteld aan glyfosaten vertoonden veranderingen in orgaanontwikkeling, bouw en gedrag; ook bij lage concentraties (afb: Susanne Kühl et. al)

De EU worstelt al een tijd met het al of niet verbieden van onkruidbestrijder glyfosaat. Dierproeven bij dierembryo’s hebben aangetoond dat de bestrijdingsmiddelen kunnen leiden tot, onder meer, fouten in de ontwikkeling van hart en hersens. Weer, dus.

De onderzoeksters van de universiteit van Ulm gebruikten bij hun onderzoek het effect van concentraties zoals die in praktijk voorkomen op de ontwikkeling van kikkerembryo’s met het gemelde resultaat. Ook zouden de kikkervisjes gestoord gedrag vertonen door blootstelling een glyfosfaten tijdens de embryo-ontwikkeling.
De kwakbollen (kikkervisjes) hadden kortere lijfjes, kleinere ogen, misvormde hersenzenuwen en een tragere hartslag. Ook toonden ze ander zwemgedrag dan de kwakbollen die in de embryofase niet waren blootgesteld aan glyfosaten, stelt Susanne Kühl. Hoe hoger de glyfosaatconcentratie hoe onrustiger de kikkervisjes zich bewogen.

De kikkerembryo’s werden zo’n twee weken blootgesteld aan verschillende glyfosaatconcentraties. In die tijd ontwikkelen ze zich tot kwakbol. De concentraties lagen tussen de 0,1 mg/l en 243 mg/l. Volgens Kühl zijn dat ook concentraties die je in de praktijk kunt waarnemen. “Het was verrassend voor ons te zien dat de veranderingen ook al bij de laagste concentraties optraden”, zegt medeonderzoekster Hannah Flach. “Die concentratie, 0,1 mg/l, wordt in oppervlaktewater in veel landen dat we getest hebben meermalen overschreden.”

Achterliggend mechanisme

De onderzoeksters wisten mogelijk ook het mechanisme te achterhalen waardoor de ontwikkelingsveranderingen in de de embryo’s ontstonden. Glyfosaten remmen de activiteit van een gen dat wezenlijk is voor de hersenontwikkeling. Kühl: “De tragere hartslag van de kwakbollen zou daar verband mee kunnen hebben.” De Zuid-Afrikaanse klauwkikker die fungeerden als proefdieren worden veel gebruikt als modelorganisme.
De onderzoeksters nemen aan, ook op basis van eerder onderzoek, dat glyfosaten en soortgelijke producten hoofdverantwoordelijken zijn voor de achteruitgang van amfibieën. Glyfosaten zijn ook giftig voor andere diersoorten zoals vissen, schaaldieren maar ook insecten en zoogdieren. Dat blijkt uit sterftecijfers, groeigebreken, orgaanschade en gedragsverstoringen. Kühl: “Dat betekent dat die middelen opnieuw beoordeeld moeten worden.” Momenteel wordt er in de EU gesproken over de verlenging van de toelating van deze categorie bestrijdingsmiddelen.

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.