Een optimistische levenshouding zou de sleutel zijn naar een gelukkiger, gezonder en (dus) langer leven, maar die zou ook wel eens verband kunnen houden met slechtere beslissingen die mensen wel eens in financiële problemen kunnen brengen, stelt Chris Dawson van de universiteit van Bath (Eng).
Dawson denkt gevonden te hebben dat erg optimistische mensen minder cognitieve vaardigheden hebben zoals zoals spreekvaardigheid, redeneervermogen, gecijferdheid en geheugen. Bijdehantere (slimmere?) mensen lijken vaker realistischer en pessimistischer te zijn over de toekomst. “De toekomst goed voorspellen is moeilijk. Je kunt verwachten dat mensen met minder cognitieve vaardigheden meer fouten maken in beoordelingen, zowel optimistisch als pessimistisch, maar de conclusie is helder: minder cognitieve vaardige mensen hebben meer zelfvlijende vooroordelen. Ze houden zichzelf min of meer voor de gek”, zegt de onderzoeker.
Hoewel mensen van nature geneigd zijn er het beste van te verwachten zijn slimmere mensen in staat die reflex te weerstaan bij belangrijke beslissingen, stelt Dawson. “Plannen die gebaseerd zijn op al te optimistische verwachtingen zijn gedoemd om slechtere resultaten op te leveren dan realistischer verwachtingen”, zegt hij. Dat is vooral merkbaar bij beslissingen over werk, investeringen of besparingen of alles wat te maken heeft met risico en onzekerheid, met mogelijk ernstige gevolgen voor de beslisser.
Dawson: “Onrealistisch optimistische financiële verwachtingen kunnen leiden tot overconsumptie en schulden of ontoereikende besparingen. Die kunnen ook leiden tot zakelijke mislukkingen. De kansen op succes voor een startend bedrijf zijn klein, maar optimisten denken altijd dat ze een kans maken en beginnen bedrijven die tot falen gedoemd zijn.”
(B)right side of life
Dawson baseert deze uitspraken op basis van een analyse van gegevens van een onderzoek onder ruim 36 000 huishoudens (Looking on the (b)right side of life) naar de verwachtingen van mensen over hun financiële reilen en zeilen vergeleken bij hun feitelijke financiële situatie. Daaruit bleek dat de ‘slimsten’ vaker realistisch(er) of pessimistisch(er) waren dan de verstandelijk minder goed uitgerusten bij overigens gelijke omstandigheden. Het is dus eigenlijk zo dat, ruw gezegd, optimisme niet dommer (minder slim, mag je ook zeggen) maakt, maar dom vaker gepaard gaat met een optimistische levenshouding.
De van nature meegegeven optimistische levenshouding is, in de redenering van Dawson niet goed voor de kwaliteit van je beslissingen. ‘Slimmere’ mensen zijn er beter in die neiging te onderdrukken. Aan de andere kant kun je natuurlijk ook stellen dat zonder die ‘dommere’ mensen veel dingen niet zouden gebeuren en van je fouten kun je leren. Wat moet je overigens met deze ‘wijsheid’? Moeten mensen pessimistischer (gemaakt?) worden? Tja, dan zijn, als dat al lukt, hun kansen op een gelukkig, gezond en lang leven ook weer kleiner.
Bron: Science Daily