Een plant, in feite een parasiet die geen eigen wortels heeft en groeit op een boombast, schijnt het langste DNA te hebben (pdf-bestand) dat tot nu toe gevonden is. Uitgerekt zou dat molecuul maar liefst zo’n 106 m lang zijn (het DNA-molecuul van de mens uit, uitgerekt, zo’n 2 m lang). Er zijn meer planten die bijzonder grote DNA-moleculen hebben. Waarom dat zo is is voor de biologen en genetici onder ons nog steeds een groot vraagstuk.
De Tmesipteris oblanceolata behoort tot een groep planten die al op aarde leefde toen de dinosauriërs nog op deze planeet randdabberden, zo’n 230 miljoen tot 66 miljoen jaar geleden. De varen komt op Nieuw Caledonië voor in de Stille Oceaan en op een paar naburige eilanden.
Het DNA van het onooglijk varentje bestaat uit 160 miljard nucleotiden (de bouwstenen van DNA). Het menselijk DNA heeft er zo’n 3,1 miljard. De meeste grote genomen worden aangetroffen in langzaam groeiende, meerjarige planten. De grootte van het genoom kan van invloed zijn op de manier waarop planten reageren op klimaatverandering, veranderend landgebruik en andere door mensen veroorzaakte milieu-uitdagingen.
Genomen kunnen groeien door het opnemen van virus-DNA of door kruising met aanverwante planten. De onderzoekers denken dat in dit geval een combinatie van beide de extreme grootte van het genoom kan hebben veroorzaakt.
Onbekend
Waarom dat planten-DNA zo groot is weet (dus) ook Ilia Leitch van de koninklijke botanische tuinen Kew niet. “Het is onbegrijpelijk hoe een organisme met al dat DNA functioneert.” Er zijn mensen die dat ’troep’ noemen, rotzooi, maar zo langzamerhand wordt steeds duidelijker dat het DNA buiten de genen (voor mensen zo’n 98%, daarvan heeft ongeveer een tiende een bekende niet-genfunctie) allerminst rotzooi is. Leitch: “Dat heeft waarschijnlijk meer met onze onwetendheid te maken.”
Bron: BBC